FRONTBLOEMEN (2)
FRONTBLOEMEN
De symbolen voor slaap, onschuld, hoop, vrede en dood
Vraag een willekeurige Nederlander welke bloem symbool staat voor de Eerste Wereldoorlog en het antwoord zal luiden: de klaproos. Een aardige illustratie van het feit dat de Angelsaksische wereld steeds overheersender is geworden in onze gedachtewereld. De rode klaproos van het Britse Gemenebest is namelijk de afgelopen decennia het oorlogsbloempje bij uitstek geworden.
Het madeliefje
De soldaten van het Britse rijk waren namelijk niet de enige die bedachten dat het goed zou zijn om een veldbloem te kiezen als symbool voor hun ontberingen en massale sterven. Bij soldaten van de andere landen kwam na de Slag aan de Marne in september 1914 namelijk dezelfde gedachte op. De Belgen kozen voor het madeliefje, ook een bloem die veelvuldig in de contreien van het oorlogsgeweld voorkwam. Volgens volksverhalen uit de vroeg-christelijke tijd zouden madeliefjes zijn ontsprongen aan de tranen van de maagd Maria tijdens haar vlucht naar Egypte. Door de witte kleur en de associatie met Maria kon de bloem makkelijk worden gekoppeld aan de symboliek van vrede, onschuld en reinheid. Bij de Germanen was de bloem gewijd aan godinnen die stonden voor liefde, lente en vruchtbaarheid. Het madeliefje en ook de margriet werden gebruikt voor het aftellen en afplukken van de bloembladeren, waar de bloemen waarschijnlijk de naam “liefdesbloempje” aan te danken hebben. Kortom, ook de keuze voor deze bloem sloot goed aan bij eeuwenoude tradities. Het was niet ongebruikelijk dat de stoere soldaten naar hun lief ergens op het Vlaamse of Waalse platteland een envelop met een paar madeliefjes en een kaart stuurden met een zoete tekst als “Drie kleine madeliefjes, voor U geplukt aan de oevers van de IJzer op 26 juli 1916”, aangevuld met enkele opbeurende woorden voor het thuisfront. Later verschenen voorbedrukte kaarten met een of meer madeliefjes op de markt, meestal ook voorzien van de Belgische vlag en een fraaie stichtelijke tekst. Na de oorlog werden ook in België de oorlogsinvaliden aan het werk gezet om plastic madeliefjes en speciale kaarten te vervaardigen, die ze op nationale feestdagen mochten verkopen. De opbrengst diende om de invaliden financieel bij te staan. Tot ver in de jaren vijftig werd voor dat doel in België met madeliefjes rondgegaan. De noodzaak van financiële ondersteuning is sindsdien verdwenen en het oude Belgische symbool is geheel naar de vergetelheid verdrongen met de opkomst van de poppy-industrie.
De margriet
In bijna heel België althans, want in Belgisch Limburg is de margriet, die voor de leek overigens verdacht veel op een groot madeliefje lijkt, gekozen als symbool voor alle ‘kleine verhalen in een Grote Oorlog’. Een laat gebruik, want pas enkele jaren geleden in het leven geroepen. De oorsprong is het verhaal ene Jean D’Hulst, die als jonge soldaat vier jaar lang aan het IJzerfront dienst deed. In september 1918 vroeg zijn jeugdige echtgenote aan Jean, die zich dan in de loopgraven in de eerste linie bevond, hem een bloem te bezorgen. De zomer liep ten einde en het front kende een jarenlange niets ontziende verwoesting. Jean moet vooral een kale vlakte met veel modder en prikkeldraad voor zich gezien hebben. Maar Jean schrijft: “Ge vraagt mij of ik geen bloempje kan vinden voor u, ‘k geloof wel van ja, ik heb er gister zien staan maar ’t is nogal gevaarlijk om ze zo te gaan halen, want ik zit niet ver van de Duitschen en zij slapen niet. Zoud gij geloven Madeleine dat ik hier om een tafel zit te schrijven bij het licht ener electrische lamp, en een kelder ener villa op eenige meters van den vijand, wij zitten hier juist gelijk in een doolhof van kelders en gevaarlijke gangen, t’is curieus om zien. K’ga eens achter een bloempje gaan zien.” Jean ging die nacht in het gevaarlijke niemandsland op pad en slaagde er in een margriet te plukken. De bloem wordt samen met de brief verstuurd. Het echtpaar D’Hulst koesterde hun leven lang deze brief, die onlangs door de zoon werd teruggevonden. De stichting Limburg 1914-1918 greep het verhaal en de kaart aan om de margriet te kiezen tot gemeenschappelijk logo om allerlei Limburgse projecten meer zichtbaarheid te geven.
De korenbloem
In Frankrijk gebruikten de soldaten liever de korenbloem als herinneringssymbool. Korenbloemen groeien namelijk goed op omgewoelde aarde en die was ruimschoots voorradig tussen de loopgraven. Bovendien verwees de blauwe kleur naar het uniform dat de Franse soldaten sinds de lichting 1915 droegen. Tot dan droegen de Franse militairen rode uniformen, maar dat was in de moderne oorlogsvoering geen handige keuze meer. In de Franse taal heeft bleuet ook de betekenis van blauwtje, vergelijkbaar met ons Nederlandse groentje, en is een verwijzing naar de lichting jonge soldaten die voor het eerst in het blauwe tenue naar de slachtvelden marcheerde. Sinds 1920 geldt in Frankrijk het dragen van de korenbloem als eerbetoon aan allen die gesneuveld zijn voor het vaderland. De organisatie die arme gezinnen van gesneuvelde of gewond geraakte militairen terzijde stond en nog steeds actief is, verwijst in haar naam naar de Franse korenbloem: Bleuet de France. Ook in het chauvinistische Frankrijk deed vanaf de jaren twintig de rode klaproos en het plastic poppy weliswaar voorzichtig zijn intrede, maar zoals het goede chauvinisten betaamd, overheerst nog steeds de blauwe korenbloem. Dit jaar betoonde ook de Tour de France in bescheiden mate eer aan de loopgraafsoldaten van weleer. In de etappe van Arras naar Reims over de beruchte Chemin des Dames droegen alle inzittenden van de volgwagens en deelnemers aan de reclamekaravaan een korenbloem. Dat was althans de bedoeling. Ook op de witte trui die deze dag werd uitgereikt zat een korenbloem en de winnaar van de etappe trof een korenbloem in zijn bos bloemen aan. Hopelijk heeft hij er oog voor gehad.
– wordt morgen vervolgd –
Artikel verscheen eerder in Wereld in Oorlog, nr 42, december 2014