DE GEBOORTE VAN EEN VULKAAN
Begin 1943 werden in het dorp Paricutín, een armzalig dorpje in het zuidwesten van Mexico, aardschokken gevoeld en gerommel gehoord. Op 20 februari zag de boer Dioniso Pulido tot zijn verbijstering de grond van zijn graanveld opensplijten. Samen met andere dorpsbewoners probeerde hij de diepe spleet te vullen met alle stenen en aarde, die ze in de buurt aantroffen. Daaraan kwam snel een einde toen er lava en pyroclastisch materiaal begon uit te spuiten. De bewoners van Paricutín en een paar omringende dorpen sloegen direct op de vlucht. Aan het eind van de dag was de vulkaan al tien meter hoog en de jonge vulkaan bleef maar materiaal uitstoten. Aan één stuk door. De volgende dag was de vulkaan tot een hoogte van vijftig meter gegroeiden en na een week was hij al ruim honderd meter hoog. In maart begon de vulkaan kilometers hoge aswolken uit te stoten en op 12 juni begon de lava te stromen. De dorpen Paricutín en San Juan ondergingen hetzelfde lot als Pompeï en Herculaneum, maar de bevolking kon op tijd geëvacueerd worden. Er vielen maar drie doden, allen als gevolg van bliksem die gepaard ging met de uitbarsting. Na zes maanden begon de vulkaan langzaam te kalmeren; er was toen al 25 vierkante kilometer door lava overstroomd. Pas in 1952 kwam de Paricutín, toepasselijk genoemd naar het dorpje dat hij had opgeslokt, helemaal tot rust. De vulkaan was toen gegroeid tot 424 meter boven het graanveld waar hij was ontstaan, met een officiële hoogte van 3.170 meter. De Paricutín is een zogenaamde monogenetische vulkaan, wat betekent dat hij na de eerste uitbarsting nooit meer actief zal worden. Een geruststellende gedachte, want het maakt een terugkeer van de bewoners weer mogelijk.
De geboorte van een vulkaan is niet bepaald een alledaagse verschijnsel, toch meer iets in de categorie ‘once in a liftetime’. De Mexicaanse schilder Dr. Atl, de artiestennaam van Gerardo Murillo, was er van begin af aan bij. Dat zal vanaf dag twee zijn geweest, want zodra het spectaculaire nieuws bekend werd, moest hij zich vanuit zijn woonplaats Mexico City naar het afgelegen gebied spoedde. In elk geval, met uitzondering van het spectaculaire openbarsten van de aarde bij boer Pulido, maakte hij het ontstaan van de Paricutín mee. Hij schreef er het boek Cómo nace y crece un volcán, el Paricutín (“Hoe een vulkaan geboren wordt en ontstaat, de Paricutín”) over. Tijdens zijn waarnemingen liep hij een ziekte op, waardoor een van zijn benen geamputeerd moest worden. Vulkanen blijven gevaarlijk.