BOB DYLAN
Bob Dylan schreef in 1967 voor zijn achtste studioalbum John Wesley Harding het nummer All Along the Watchtower. Een rustig en eenvoudig nummer, bestaande uit drie akkoorden, gespeeld op akoestische gitaar, begeleid door een basgitaar en drums. Enkele intermezzo’s op een mondharmonica vormen de enige variatie in het arrangement. De tekst staat centraal, in drie coupletten zonder refrein. Het nummer was nog maar net verschenen toen in januari 1968 Jimi Hendrix het opname voor zijn album Electic Ladyland. Het is deze interpretatie van het nummer, waarbij de ingetogenheid van Dylan veranderde in een electrische orkaan, die vanaf dan het lied beroemd maakte en bepalend werd voor talrijke covers.
De openingsregel behoort tot de klassiekers in de popmuziek: “There must be some kind of way out of here,” said the joker to the thief.” De eerste twee coupletten beschrijven een gesprek tussen een nar en een dief, de een wordt bestolen en de ander wordt niet serieus genomen. De dief besluit: “Jij en ik hebben dat achter de rug, het is niet onze eindbestemming. Dus geen gezeur nu, want het wordt al laat.” Meestal wordt Dylan zelf geïdentificeerd met de grappenmaker, onder verwijzing naar de derde regel, waarin hij zich beklaagt dat businessmen, they drink my wine, de bonzen van de platenmaatschappij die zijn royalty’s gapten. Elke regel is doordrongen van symboliek en beeldspraak, die op verschillende manieren uitgelegd kan worden, maar tussen de regels door is duidelijk dat de twee iets van plan zijn. Het derde couplet kan wellicht het refrein genoemd worden. Want all along the watchtower, in de uitkijktoren staan er prinsen op de uitkijk. Zij houden de wacht over anderen, vrouwen en blootvoetse dienaren. Dan, in de allerlaatste regel verschijnen twee ruiters, en de wind wakkert aan…
Er is wel gesuggereerd dat de verhaallijn in omgekeerde volgorde moet worden begrepen. De eerste regels zouden de laatste zijn. Er worden levensvragen gesteld en niet beantwoord. Ook op andere vlakken is de religieuze invalshoek opvallend. De woorden zijn bijwijlen apocalyptisch, maar de bijbehorende muziek wachtte op Hendrix. De uitkijktoren is een oud christelijk symbool voor het beschermende, vaderlijke karakter van God, die uitkijkt en waakt over zijn kinderen. In het verlengde daarvan is het een symbool geworden voor de boodschap van het evangelie als geheel. Tegenwoordig is de metafoor vooral bekend van de Jehova’s getuigen en het Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, dat het tijdschrift De Wachttoren publiceert. In de Statenvertaling komt het woord “uitkijktoren” niet letterlijk voor, in de Nieuwe Bijbelvertaling twee keer. Het woord “wachttoren” staat zes keer in de Statenvertaling. Bij gebrek aan de originele versie, een cover die verrekte dicht bij het origineel komt.
