MARCELLUS EMANTS – OP ZEE (26)

Dat de zusters evenmin demi-mondaines waren als maatschappelik deugdzame vrouwen had hij terstond bevroed; maar wat er van hun levens verborgen lag in de duisternis van het verleden werd hem niet opgehelderd. Beiden noemden zich mevrouw en spraken van hun mannen, die uit het buitenland geregeld geld zonden; maar meer weigerden zij te zeggen en tot het nemen van informasies ontbrak hem de lust. Waarom zou hij opzettelik de kans hebben gelopen, dat zijn genot hem vergald werd?
Op een avond, dat hij er niet aan dacht bij haar aan te schellen, kwam zij onvergezeld hem tegen, dicht bij haar huis en van die avond dagtekende een band, die hem een poos opgewonden gelukkig en ten slotte diep ellendig zou maken.
O, die eerste zoenen vol vurig begeren, waaraan geen verkillend-seremonieel angaazjementsvertoon, geen ontnuchterend aan-elkander-gewend-raken was vooraf gegaan! Welk bedachtzaam getrouwd paar kent ooit de heerlikheid van het elkaar-nemen, elkaar-bezitten, in-elkaar-wegzwijmelen, zodra de begeerte ontwaakt en zonder dat een fatsoenlikheidsproeftijd er de eerste onstuimigheid van getemd heeft, gelijk een dageliks opiumgebruik de fiere wildheid temt van een opgesloten verscheurend dier!Ja, hij had goed gezien, dat haar blik dadelik zijn lippen had gezocht. Tans kon zij haar mond er niet afhouden en als zij na een reeks van woest neergedrukte kussen duizelend het hoofd weer ophief, dan sloeg zij de forse armen om zijn hals, klemde hem aan zich vast en hijgde hem toe: ‘Wat is ’t toch, dat je zo heerlik maakt? Zeg: wat is ’t toch? Ik hou van je…. ik hou van je, zoals ik nog nooit in mijn leven van een man gehouden heb!’
Ik weet ’t wel, riep hij dan triomfantelik uit. Ik heb ’t terstond gevoeld, dat wij bij elkaar hoorden. Al waren er op die avond nog duizend vrouwen geweest…. de een al mooier dan de ander…. toch zou ik jou, jou alleen hebben uitgekozen en tot de mijne gemaakt!
O, onuitsprekelike verrukking van het zó-elkander-willen!
’t Was, of elke zoen met nieuwe gloed hun zwellende aderen vulde en of alle bezinning wegbrandde uit hun hersenen onder de hete golvingen van het opschuimende bloed.
Maar al gauw werd haar passie hem te machtig, voelde hij zich overweldigd door haar kracht, verteren door haar vuur. Als kussen haar niet langer voldeden, beet zij hem in het vlees, zoog zij hem bloed uit de lippen. Hij besefte, dat zij een bevrediging zocht, die geen genot ter wereld haar zou kunnen schenken: ongekende sensasies, nog nooit genoten weelde. Haar liefde werd razernij, een waanzinnige drift, waarin ze hem misschien eens zou vermoorden, als zoenen en bijten te laffe spijs waren geworden voor haar onstilbare lust.
Zeker had hij zich heel iets anders, iets veel zoeters, veel teerders voorgesteld, toen hij op zijn wandeling zijn armen uitstrekte naar de onbekende, door wie hij bemind en begeerd zou worden, gelijk hij zelf beminnen en begeren kon. Pas weinige weken kende hij haar, toen ’t hem al overkwam zich verluchtigd te voelen, als hij haar huisdeur achter zich toetrok. Dan genoot hij zijn vrijheid in de kille nachtlucht als een maatschappelik strijder, die een paar uren gedebatteerd heeft in een benauwd lokaal; dan snakte hij naar de stille rust van zijn slaapkamer en de koele eenzaamheid van zijn bed. Maar toch hield de bekoring hem onweerstaanbaar geboeid; toch moest hij naar haar terug, gelijk de dronkaard naar de drank, die hij-’s morgens heeft vervloekt. Aan niets anders kon hij meer denken; voor niets anders leefde hij meer. Om harentwil verwaarloosde hij zijn beste kennissen, zelfs Passtra. Nergens vertoonde hij zich meer; geen boek nam hij ter hand. Heel de wereld om hem taande achter een grijze nevel en in het wijde ledig, dat hem omgaf, zag hij alleen nog…. haar, bestonden alleen nog haar kussen en zijn verbijsterend genot. Soms maakte haar woeste omarming hem zó beangst, dat hij er naar hunkerde aanstonds te kunnen ontsnappen; maar zelfs dan nog zweepte hij haar op met zijn rusteloos gevraag: hou je van me; zeg ’t nog eens, dat je dol van me houdt.
O, wat leken kunstgenot en natuurgenot, ijdelheidstreling en zelfvoldoening hem toen armzalige nietigheidjes op de weegschaal van het menselik geluk! Wat kwam ’t hem kinderachtig onnozel voor, dat hij gestreefd had naar een mooi uitblinken boven de menigte, dat hij wel eens berust had in huiselike tevredenheid. Welk een pauvre sire was hij geweest, toen hij gemeend had, dat een opgewonden fantazie hem de felste genotsidderingen kon doen kennen!
Nu eerst leefde hij; te voren had hij maar bestaan; nu eerst genoot hij; voorheen had hij ’t zich maar verbeeld.
Evenwel, na een poos kwam er matheid over zijn zieleleven, moeheid in zijn rug, doezeligheid over zijn denken. Eerst was er zelfs in deze sensasies nog iets aangenaams, als doortrokken ze hem nog dieper met de gewaarwording van ’t vurig-begeerd-zijn. Hij voelde ze met een zekere trots en sprak er haar over met een fattig lachje. Maar allengs doofde zijn genot en verbleekte de bekoring, die zijn begeerte telkens weer opzwepen moest. Zijn humeur raakte van streek. De wereld, die was gedeinsd, scheen weer nader te komen, drong zelfs hinderlik op hem toe. Hij ontweek de volle straten en ging zijn dienstboden uit de weg, bang voor zijn neiging om ieder af te snauwen, op zij te duwen, ja, te beledigen.
Ook tegen Suze begon hij te razen om de onbeduidendste redenen. Dikwijls welde de onzinnige lust in hem op de vermindering van eigen kracht van genieten aan haar te verwijten en soms liep hij eensklaps van haar weg, als kon hij de knellende band onmogelik langer dragen. Om de nietigste beuzelarijen voer hij heftig tegen haar uit en iedere woordenwisseling spitste zich toe in het wederzijdse verwijt van niet meer zo warm lief te hebben als voorheen. Een poos volgde op elke onaangename wrijving haast onmiddelik een verzoening, waarbij ’t was, of zij elkander nog liever kregen dan ooit te voren. Dan bruiste haar hartstocht met verdubbelde hevigheid omhoog en dan voelde hij zijn spieren stalen, zijn zenuwen zich weer spannen, nieuwe kracht zijn ganse lichaam doorgloeien. Op zulke ogenblikken vergeleek hij zich met de afgematte na een drinkgelag, die de volgende avond in de Champagne nieuwe opwekkingen zoekt en dan meer verdragen kan dan ooit te voren, terwijl hij meer waant te genieten, omdat hij van een lager peil begint. Maar de afstanden tussen hun botsingen werden kleiner en kleiner en de verzoeningen volgden elkander trager en trager op.
Suze begreep nog niet, wat er in hem omging. Toen ze zag, dat haar teerste liefkozingen en strelendste aanrakingen zijn onredelike boosheid niet meer konden bedwingen, begon zij te twijfelen aan het voortduren van zijn genegenheid en op een dag, nadat hij weer als een waanzinnige getierd had, terwijl zij hem zwijgend had gadegeslagen, zei ze kalm, doch met een stem, die beefde van kwalik bedwongen toorn:
‘Zeg eens: als je soms genoeg van me hebt, dan hoef je geen standje te zoeken om van me af te komen. Ik houd veel van je, dol veel. Ik houd van je blauwe ogen, ik houd van je blanke vel en ik ben dol op je heerlike mond; maar opgedrongen heb ik me nog nooit. Ik kan me over alles heenzetten. Lust je me niet meer…. daar is de deur.’
Een val in het water had hem niet beter kunnen ontnuchteren. De gedachte, dat hij haar zou verliezen, doorglansde eensklaps zijn verduisterd brein met zulk een akelig bleek licht, dat hij onwillekeurig de ogen sloot en er met de hand over heen wreef, om de duizelingwekkende diepteviezieoenen, welke verrezen in dat schijnsel, te bedwingen met die druk. Haar te moeten derven: haar lichaam, die wellust van zijn lijf, haar woorden van liefde en verlangen, die zalige bedwelming van zijn ziel, haar zoenen, die hem dronken maakten van genot…. voor heel zijn verdere leven van dit alles afstand te moeten doen, vrijwillig neer te ploffen in de zwarte, ijskoude afgrond van het niets-meer-bezitten, niets-meer-gevoelen, niets meer….
O, God, neen! Hij schrok er voor terug als de slaapwandelaar, die op een dakrand ontwaakt, voor de neertrekkende afstand aan zijn voeten en eer ze beseffen kon wat haar woorden hadden uitgewerkt, had hij haar met zijn armen omsloten, neergedrukt op een kanapee en de lippen toegezoend met duizenden kussen.
Doch ook deze verzoening hield geen stand. De wilde dromen, die zijn nachtrust doorspookten, de lange uren van slapeloosheid, die er op volgden, brachten zijn denken hoe langer hoe meer van streek en een pijnigende kriewel tegen alles en allen, waarvan hij al de onzinnigheid besefte zonder er iets tegen te kunnen doen, prikkelde hem bij de geringste aanleiding tot nieuwe uitbarstingen van drift.
En langzamerhand begon Suze te vermoeden, waaruit het kwaad zijn oorsprong nam. Zij vergiste zich wel in zoverre zij dacht, dat zijn boosaardigheid tegen haar was gericht en niet vatte, dat hij alleen verbitterd was over zijn eigen gebrek aan kracht; maar zij zag er toch de oorzaak van.
Ze zei niets. Slechts aan het omkrullen van haar lippen, aan het trillend uitstaan van haar neusvleugels, aan het min achtend takseren van haar blik ontwaarde hij, dat ze hem doorgrondde.
Nu eiste hij, dat zij zeggen zou wat ze vond en dacht. Waarom hij dit eiste, wist hij niet; maar van dat moment af was elk woord, dat hij haar toevoegde, een uitdaging tot spreken. Hij tartte haar voortdurend en vreesde tegelijkertijd niets zozeer als dat zij hem eindelijk antwoorden zou.
Een vrouw weet niet wat liefde is, riep hij. Ze kent alleen instinktieve driften, die bevredigd willen worden en die bevredigt ze, al moest ze er een man ook om vermoorden. Wat heb je ooit voor me gedaan of… gelaten? Heb je je zelfs maar afgevraagd, of je misschien te veel van me vergde? Zeg: is die gedachte ooit bij je opgekomen? Wat kan ’t je ook schelen, of ik er onder door ga. Wel beschouwd besta ik niet eens voor je; want voor jou bestaat alleen… jou begeerte! Is ’t niet zo? Zeg ik niet de waarheid?

– volgende week het vervolg op deel V –

Dit item was geplaatst door Muis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: