VLIEGVELD OCKENBURGH
Vliegveld Ockenburgh was een Nederlands vliegveld in Kijkduin, een stadsdeel van Den Haag. Tussen 10 en 15 mei 1940 was Ockenburgh de plaats van hevige gevechten tussen de Duitse invallers en de Nederlandse verdedigers.
De vlieggeschiedenis begint op Ockenburgh op 3 april 1915 als bekend wordt gemaakt dat in een grote schuur op Ockenburgh begonnen is met het bouwen van een vliegmachine. De bouwer deed nogal geheimzinnig over de bouw van het toestel en de plannen die hij ermee had. Wat natuurlijk een garantie is voor wilde verhalen. Op maandagmiddag 17 mei 1915 werd door het dorp Loosduinen een grote vliegmachine per vrachtwagen vervoerd naar Ockenburgh gebracht, volgens de media was het de bedoeling op de locatie vlieglessen te gaan geven. Dat verhaal werd sterk gevoed door het feit dat net kort daarvoor luitenant Versteeg, één van de vier eerste militaire vliegers in Nederland, in de directe omgeving was gesignaleerd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden door onder meer Spyker en Van Berker’s Patent N.V. pogingen gedaan In Nederland een vliegtuigindustrie op te bouwen. Zij bouwde vliegtuigen voor de Luchtvaart Afdeling (LVA), de Marine Luchtvaartdienst (MLD) en het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), voornamelijk dus voor militaire toepassing. Na de oorlog bleven de meeste militaire vliegtuigen aan de grond staan. Er werd daarop getracht veel van deze toestellen voor de commerciële burgerluchtvaart op te bouwen. De luchtvaartmaatschappijtjes die daarvoor werden opgericht waren erg kleinschalig gericht en de behoefte onder de burgerij om (dure) vluchten te maken was ook niet echt imponerend. Veel maatschappijtjes gingen dus weer net zo snel ter ziele als dat ze waren opgericht.
Op 1 augustus 1919 werd in Amsterdam door Koningin Wilhelmina de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam (ELTA) geopend, een initiatief Albert Plesman, destijds luitenant van de LVA, zijn college Hofstee en C.J. Snijders, de opperbevelhebber van de land- en zeemacht, om mensen voor de burgerluchtvaart te interesseren. De Combinatie Ockenburgh had daar een stand om de Eerste Nederlandsche Vlieghaven Ockenburgh aan te prijzen, met als publiekstrekker het vooruitzicht van rechtstreekse vluchten vanuit de residentie naar Amsterdam en Rotterdam. Uit de tentoonstelling is de KLM voortgekomen, maar luchthaven Ockenburgh is er geen stap dichterbij door gekomen. Jaren later werd het weiland waar het vliegveld gedacht was, in gebruik genomen als Gemeentelijk Sportpark Ockenburgh. Eind dertiger jaren kwam eindelijk het besef dat Nederland te maken had met een agressieve buur en dat de kans dat die de Nederlandse neutraliteit zou respecteren bijzonder klein was. Er werd een plan opgezet voor een snelle militaire wederopbouw. In 1939 werd het sportterrein ingericht als hulpvliegveld. Waarom werd gekozen voor een vliegveld op Ockenburgh is niet helemaal duidelijk. Wellicht herinnerde een oud-gediende zich het vliegfeest van 1919 nog, wellicht zocht men snel een extra vlieglocatie in de buurt van Den Haag omdat vliegveld Valkenburg destijds nog niet gereed was en men toch de vliegtuigen in de buurt wilde hebben. De aanwezige sportvelden werden van alle sportattributen ontdaan. Het veld had één baan met een grootte van zo’n 600 bij 200 meter, was omgeven door een sloot die in het midden van de zuidoostelijke zijde was onderbroken. Hier bevond zich het wachtlokaal en de ingang tot het vliegveld; de toegangsweg heet nu de Wijndaelderweg. Naast het wachtlokaal bevonden zich nog een viertal andere loodsen op het terrein en er was een grote vliegtuigtent voor de montage van toestellen. Kortom, bij de naam ‘vliegveld’ moet men geen al te grote verwachtingen hebben.
In de nacht van 9 en 10 mei 1940 begint in alle vroegte de Duitse operatie Fall Gelb, die tot doel had de vliegvelden Valkenburg, Ypenburg en Ockenburgh in te nemen en te zorgen dat hier troepen konden worden ingevlogen, waarna vanaf drie kanten kon worden opgerukt naar Den Haag om de Koninklijke familie, het kabinet en militaire leiding gevangen te nemen om zo capitulatie af te dwingen. Al vroeg in de nacht was het onrustig. Door verschillende posten op het vliegveld werden vreemde geluiden en lichtsignalen buiten het terrein waargenomen. Om drie uur werden alle troepen in de hoogste staat van paraatheid gebracht, wat betekende dat de hele linie van het meest oostelijke punt van het vliegveld tot net na de meest zuidelijke punt werd bemand. De afrastering, de sloot en de loodsen lagen in de rug van de opstelling. Er was een wachtsectie waarbij per lichte mitrailleur twee man werden ingedeeld, bij de toegang van het vliegveld stond één man, bij de vliegtuigen twee man, bij de munitieloodsen en materieelloodsen één man en op de toegangsweg naar het vliegveld bij de Kijkduinsestraat één man. De rest van de compagnie bevond zich in de loodsen. Kort voor zonsopkomst werden bij Vliegveld Ockenburgh overvliegende vliegtuigen gehoord. Rond vier uur drong bij het personeel door dat iets verderop vliegveld Ypenburg werd gebombardeerd en realiseerde iedereen zich dat het oorlog was. Rond kwart voor vijf uur landden kort na elkaar enkele vliegtuigen, de D-21 217 en 228 van 1e JAVA evenals de Douglas 8a-3Ns 389 en 391, omdat ze munitie en benzine nodig hadden. De munitie kon worden geleverd, maar er was een schrijnend gebrek aan benzine. De vliegtuigen moesten aan de grond blijven. Niet veel later werd het vliegveld bestookt door een paar laag overvliegende Duitse jagers. Er sprongen parachutisten af en direct daarna landde 26 Juncker-52s op Ockenburgh. De Duitsers openden direct het vuur.
De basis werd verdedigd door het Regiment Grenadiers en Jagers en door de leden van het 22ste Depot Compagnie. Die laatsten waren amper drie maanden in dienst, hadden geen handgranaten en al evenmin verbandpakjes. Gevechtsdekking was er ook niet, wel een sloot in de rug van deze militairen. In totaal stonden 96 manschappen klaar om Ockenburgh te verdedigen. Ze werden verdeeld in drie secties die ongedekt vanaf de zuidrand stelling zouden nemen. In drie hoeken van Ockenburgh stonden lichte mitrailleurs opgesteld. De rechter- en middensectie groepten samen rond de loodsen, waar een hevig vuurgevecht ontstond. De linkersectie moest zich in het open veld verweren. De meest oostelijk opgestelde mitrailleur werd al snel tot zwijgen gebracht; de schutter sneuvelde. Het was al snel duidelijk dat de Duitsers een groot overwicht in vuurkracht hadden. Onder zware verliezen gelukte het enkele Nederlandse militairen zich terug te trekken op de nabijgelegen aarden wal. Van de 96 mannen waren er 24 gesneuveld, 18 gewond geraakt en een onbekend aantal krijgsgevangenen gemaakt.
De gevechten bleven niet onopgemerkt. Militairen, administratief personeel, militaire werklieden, de muzikanten van de Koninklijke Militaire Kapel (die vlakbij Ockenburgh gelegerd was, alles en iedereen trok op naar Ockenburgh, maar ‘zonder enig verband’ en meestal slechts licht bewapend. Ook de LuVA liet zich niet onbetuigd. Drie T-Vs, de 855, 856 en 862 bestookten het vliegveld en wisten minstens vier Ju-52s uit te schakelen. De 855 werd later boven zee neergeschoten. Het was echter de bij Poeldijk opgestelde artillerie die de Duitsers van Ockenburgh verjoeg. Vanaf acht uur bulderden de kanonnen. De Duitsers zochten snel het beschutte terrein ten zuiden van Ockenburgh op, waar ze pas na een dag verdreven konen worden. Het 1e Bataljon Grenadiers heroverde Ockenburgh uiteindelijk, waarbij ze 160 Duitsers gevangen namen. Op het Zwarte Weggetje zag een 1e luitenant dit: ‘Aan alle kanten zaten of lagen gesneuvelden en ook enkele gewonde Duitsers. Sommige Duitse parachutisten zaten er bij alsof zij zich achter een boom dekten, met het geweer nog in de hand, anderen met de steel van een handgranaat nog in de vuist geklemd, als in de werphouding.’
Momenteel herinnert alleen het pand Wijndaelerweg 5, 7 en 9 nog aan het voormalige vliegveld. Het gebouw is in 1936 gebouwd als portierswoning voor het enige jaren daarvoor aangelegde Sportpark, maar nadat in 1938 het terrein werd bestemd als hulpvliegveld, kreeg het gebouw kortstondig een militaire bestemming. Momenteel is het weer in gebruik door de sportclub, maar als tastbare herinnering aan de eerste Duitse nederlaag in de Tweede Wereldoorlog op de monumentenlijst gezet.
Bronnen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegveld_Ockenburg
http://www.vliegveld-ockenburg.net/
http://www.bhummel.dds.nl/gif/ockenburg.html
Pingback: ANTOON TELLEGEN (72) | MUIZENEST