DE GESCHIEDENIS VAN SINTERKLAAS (2)

Gisteren in het eerste deel van de geschiedenis van Sinterklaas heb ik enkele hardnekkige verhalen van halsstarrige Sint-en-Piet-aanhangers besproken en een beetje mijn ergernis laten zien over de onwil zich eens te verdiepen in de échte geschiedenis van de goedheiligman in plaats vast te blijven houden aan de geromantiseerde versie van Jan Schenkman, die ik hier vorig jaar al eens heb besproken, of zelfs eigen gefantaseerde versies te belijden.

Nicolaas van Myra (bijgenaamd ‘Nicolaas de Wonderdoener’), die ook wel Nicolaas van Bari of Nicolaas van Patara werd genoemd, werd waarschijnlijk geboren omstreeks 280 te Patara in Lycië, een gebied langs de zuidkust van het huidige Turkije. De regio maakte toen onderdeel uit van het Romeinse Rijk. Het lag grotendeels op het schiereiland Teke, tussen de Golf van Fethiye en de Golf van Antalya. In de Oudheid werd het gebied bewoond door een cultuurvolk, de Lyciërs, waarvan wordt aangenomen dat ze afstammen van Egyptische zeepiraten, de zogenaamde Lukka-volken. De exacte geboortedag en -plaats van Nicolaas van Myra is niet bekend.  De stad Patara bevond zich nabij het huidige Gelemis in de Turkse provincie Antalya. Het was een belangrijke handelsstad in de oudheid vanwege de natuurlijke haven. Patara had het maximale aantal van drie stemmen in de Lycische Liga. In 333 vChr. viel de stad in handen van Alexander de Grote en na diens plotselinge dood in 323 vChr. een speelbal in de Macedonische generaals (de diadochen) die om de erfenis van zijn omvangrijke rijd streden. Volgens het Nieuwe Testament deden Paulus en Lucas de stad aan, die als een van de eerste steden christelijk zou worden. Tot omstreeks het jaar 800 bleef de stad een belangrijk christelijk centrum. Na oorlogen tussen de Selsjoeken en de Byzantijnen in de 11e eeuw werd Patara verlaten. Er resteert slechts een kleine archeologische site van de oude handelsstad, met een stadspoort, amfitheater, een kleine theater en de hoofdstraat. De Volkskrant vermelde hierover n een reisverslag: Je verwacht het gewoon niet, als je uit het dennenbos komt fietsen richting een verlaten Turks strand. Daar, tussen hoge zandduinen en een moeras met hoge rietkragen, blinkt een vierkant gebouw van wit marmer in de zon. Je zet je mountainbike tegen een tweeduizend jaar oude pilaar en gluurt naar binnen. Op die rijen bankjes van gepolijst marmer debatteerden de eerste democraten. De grote vergaderzaal van de Lycische Liga, vermeldt een informatiebord, is het oudste parlementsgebouw ter wereld. En het nieuwste, want de Turkse regering liet de ruïne afgelopen jaren uitgraven en weer opbouwen. Nippend aan je waterbidon verken je ook het grote amfitheater, de badhuizen, de stadspoort en de hoofdstraat met zuilenrij. Hier winkelden Lyciërs, Egyptenaren, Grieken en Romeinen, hier stapten de apostelen Paulus en Lucas over op hun weg naar Rome, hier werd Sint Nicolaas geboren.’

Nicolaas werd in de loop van de 4e eeuw de bisschop van Myra, de toenmalige hoofdplaats van Lycië. Hij zou op 6 december 342 in die stad overlijden. Hij werd later heilig verklaard en werd tussen de zesde en twaalfde eeuw de hoofdpersoon worden in tal van legenden, allereerst in het oostelijk-christelijk gebied. Er zijn diverse over Sint-Nicolaas als beschermheilige van kinderen. Zo is er een Noord-Franse legende over twee of drie kinderen of leerling-priesters die door een herbergier worden gedood en in een pekelvat gestopt, waarna Sint-Nicolaas de slachtoffers weer tot leven wekt en de herbergier en diens vrouw vergeving schenkt als ze berouw tonen. Een andere legende verhaalt van drie arme dochters die dankzij giften van Sint-Nicolaas kunnen trouwen zonder dat ze daarvoor hoeven te vervallen tot prostitutie. Er is ook nog een legende over het kind dat in het bad door Sint-Nicolaas wordt behoed voor verbranding. In Oost-Europa is Nicolaas van Myra nog steeds een van de belangrijkste heiligen. Eind 11e eeuw waren er heftige gevechten in het gebied tussen Selsjoeken en Byzantijnen en werd besloten de stoffelijke resten van de heilige op te graven en over te brengen naar Bari, waar ze zich nog steeds bevinden. Vanaf de 12e eeuw krijgt hij ook bekendheid in West-Europa, wat in grote mate te danken is aan de Legenda Aurea van de 13e-eeuwse geleerde dominicaan Jacobus de Voragine (1228-1298), de aartsbisschop van Genua. Deze Legenda Aurea (Latijn voor Gouden legenden) is een verzameling heiligenlevens en kerkelijke feesten (met name Kerstmis, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren), geordend volgens het kerkelijk jaar, in het laatste kwart van de 13e eeuw gecompileerd en geredigeerd uit reeds bestaande en soms heel oude Latijnse legenden. Het boek was in eerste instantie bedoeld als encyclopedisch naslagwerk voor de dominicaner orde, die de legenden gebruikten om hun preken te stofferen en te verrijken. Maar het boek had een groot succes, tot ver buiten de orde, en werd in de loop van de veertiende eeuw vertaald in de West-Europese volkstalen.

Père Fouettard

De oudste intocht per boot is die van de Italiaanse stad Bari, die sinds 1087 (het jaar waarin de relicten van de heilige Nicolaas naar deze plaats werden overgebracht, jaarlijks plaatsvindt.
In het noorden van Italië is in sommige streken een traditie ontstaan die lijkt op het sinterklaasfeest zoals men dat kent in Nederland en België. Sint Lucia brengt kinderen cadeaus in de nacht op 13 december, vergezeld van haar ezel en haar koetsier. Kinderen kunnen Sint Lucia een verlanglijst schrijven en laten bij het naar bed gaan sinaasappels, koekjes en rode wijn voor de heilige achter, of hooi voor de ezel. De kinderen worden gemaand vroeg naar bed te gaan omdat de heilige anders as in hun ogen komt strooien, waardoor ze verblind kunnen raken. De volgende dag zoeken de kinderen hun cadeaus, die in het huis verstopt zijn.
In Frankrijk en Wallonië krijgt Saint Nicolas de hulp van Père Fouettard (de zweepvader of ranselende vader), een roodharige man met een woeste rode baard en een grote mantel met hoofdkap, die drie kinderen zou hebben afgeslacht. Saint Nicolas heeft deze kinderen weer tot leven gebracht, waarna Père Fouettard de hulp van Saint Nicolas werd. Père Fouettard strafte stoute kinderen met de zweep (tegenwoordig geeft hij dan het zweepje aan het kind).
In het Duitstalige deel van Zwitserland spreekt men van St. Nikolaus of Samichlaus of Santiglaus en zit hij op een ezel, zijn hulp heet Schmutzli. Er worden rijmpjes opgezegd in plaats van liedjes gezongen en hij komt niet uit Spanje, maar uit het bos. Tijdens het Klausjagen (Sinterklaas-jacht) in Küssnacht wordt St. Nikolaus begeleid door vier Schmutzlis, ze delen koekjes uit aan het publiek. Het Klausjagen bevat verder zweepslagen, het luiden van koebellen en het blazen op koehoorns (zoals het ossenhoornblazen, boerhoornblazen of midwinterhoornblazen). Tijdens Chlauschlöpfen wordt gepoogd Sinterklaas wakker te maken en naar het dorp te laten komen en tijdens het Chlausjagen wordt een rondgang door het dorp gemaakt door zes Chlausen. Ook kent men hier de Pelznickel (pelzen betekent ranselen en Nickel komt van Nicolaas; ook wel Belschnickel, Belznickle, Pelznikel of Belznickel genoemd), die in zijn zak noten en fruit meebrengt en op 6 december uitdeelt. Ondeugende kinderen krijgen klompjes kool en/of een roe (soms in hun sok).
In Oostenrijk viert men de dag van Nicolo. Diens helpers heten krampussen en zien eruit als duivels.
In Luxemburg komt Kleeschen of Zinniklos uit de hemel en bezoekt met zijn duistere gezel (Houseker of Hǒséker) het land. De persoon die de Houseker speelt wordt uitgedost als een paard en meegevoerd aan een ketting. In andere gevallen rijdt hij op een paard of probeert als schimmelrijder te verschijnen. In weer een andere vorm is hij bekleed met stro en draagt hij de ketting zelf.
In de Duitse stad Bremen, die vanwege het gereformeerd protestantisme oude banden met Nederland heeft, vieren de kinderen op 6 december de dag van Sünnerklaas. De kinderen lopen van winkel tot winkel, waarbij ze liedjes zingen en rijmpjes opzeggen. Daarvoor krijgen ze cadeautjes. Vroeger waren deze liedjes in het Nederduits, maar sinds de jaren zestig van de 20e eeuw verdween deze traditie en zongen ze voortaan in het Hoogduits.

Nikolaus und Krampus

Ook in de gereformeerd-protestantse delen van Oost-Friesland wordt het kinderfeest gevierd; in Emden en Greetsiel komen de Sint en zijn Pieten per boot aan. In het aan Nederland grenzende Rheiderland richten de bakkers speciale etalages met snoepgoed in, een gebruik dat aan Nederlandse kant van de grens is verdwenen. In het vanouds Friestalige en katholieke Saterland wordt de Sint vergezeld door engelen. Vroeger werd het sinterklaasfeest ook gevierd in het lutherse Jeverland, in Butjadingen en op Helgoland, en verder in de katholieke districten Vechta en Cloppenburg. In het door Nederlandse emigranten gestichte stadje Friedrichstadt in Sleeswijk-Holstein werd het feest tot in de 19e eeuw gevierd. Typerend was het verloten van speculaas, dat ook uit de Zaanstreek en Oost-Friesland bekend is.
Op de Duitse Waddeneilanden kende men tot in de 19e eeuw gemaskerde gestalten zoals op de Nederlandse Wadden, bijvoorbeeld de Klaasohms op Borkum en soortgelijke gebruiken op Helgoland. In Noord-Friesland kende men het Hulken op het eiland Amrum en het Rummelpottlaufen, zich verkleden en maskers dragen op Sylt en Föhr, maar dan in de tijd rond kerst en Nieuwjaar. Op Wangerooge was Sunnerklaus een verklede en gemaskerde persoon, die kleine kinderen op kerstavond schrik aanjoeg; in het nabijgelegen Jeverland werd hij – kennelijk naar Hoogduits voorbeeld – Knecht Ruprecht genoemd, in Dithmarschen Pulterklas, in Nedersaksen Bullerklas, in Mecklenburg Rauklas of Aschenklas, in Westfalen Klas Bur.
In Tsjechië verkleden kinderen zich in trio’s als Sinterklaas, de duivel en een engel. Ze gaan dan op de avond van 5 december van deur tot deur om liedjes te zingen voor de bewoners. Hun beloning is snoepgoed. In Rusland werden alle vormen van religie tijdens het communistische tijdperk onderdrukt. Zo verdween in de 20e eeuw ook Sinterklaas, om te worden vervangen door Ded Moroz (Grootvadertje Vorst), die langskomt op oudjaarsdag.

Dit item was geplaatst door Muis.

One thought on “DE GESCHIEDENIS VAN SINTERKLAAS (2)

  1. Pingback: DE GESCHIEDENIS VAN SINTERKLAAS (3) | MUIZENEST

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: