BERNARD IJZERDRAAT (32)

Bernard IJzerdraat (Haarlem, 13 oktober 1891 – Waalsdorpervlakte (Den Haag), 13 maart 1941) was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was opgeleid tot onderwijzer en had zich toegelegd op het geven van les in handenarbeid. Hij was enige jaren verbonden aan de gemeentelijke kweekschool in Rotterdam. Hij richtte daarna een eigen kunstweefschool op in Laren (Noord-Holland), die echter inde crisisjaren moest sluiten. Hij sloot zich in 1936 aan bij de beweging Eenheid door Democratie, die zich zowel tegen fascisme en nationaalsocialisme als tegen het communisme verzette. Zij waarschuwden vanaf het begin voor de pro-Duitse propaganda van de NSB. In 1938 was hij ontwerper en bedrijfsleider bij de Deventer tapijtfabriek van Maurits Prins in Dinxperlo. In september 1939, bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, keerde hij terug naar Rotterdam; hij werd leraar aan enkele scholen in Schiedam en Vlaardingen. Vervolgens werd hij gobelinrestaurateurin het Frans Hals Museum in Haarlem. Het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 en de capitulatie de dag erna maakten een enorme indruk op hem en waren voor hem het signaal om op te roepen tot verzet.Zijn verontwaardiging over de Duitse inval en snelle Nederlandse capitulatie was zo groot dat hij een handgeschreven vlugschrift samenstelde, vermenigvuldigde en als kettingbrief verspreidde. Hij koos hiervoor de naam ‘Geuzenactie’. Zijn eerste bericht is niet bewaard gebleven, wel de tweede Geuzenbrief van 18 mei 1940 met daarin de voorspelende passage: ‘Al onze voorraden zullen worden weggehaald, voedsel, kleding, schoeisel, spoedig krijgen we het bonnenstelsel voor alles en nog wat en daarna kunnen we zelfs op de bonnen niets meer krijgen. Onze jonge mannen zullen worden gedwongen elders te gaan werken voor de overweldiger’.

Eind mei 1940 kreeg hij bezoek van een collega-onderwijzer, Jan Klijne uit Vlaardingen, die ook popelde om iets tegen de bezetter te ondernemen. Hieruit ontstond de verzetsgroep De Geuzen. IJzerdraat had een militair ogende organisatie voor ogen met groepen, secties, compagnieën, bataljons en regimenten. Ook op andere plaatsen richtte hij Geuzengroepen op, onder meer in Rotterdam, Delft, Maassluis en bij de scheepswerf Wilton Feijenoord. Op 1 augustus 1940 verhuisde IJzerdraat naar Haarlem, waar hij zijn verzetswerk voortzette. Er sloten zich allerlei mensen bij de verzetsgroep aan, zodat op papier een indrukwekkende organisatie bestond. In augustus 1940 verscheen De Geus van 1940, een gestencild blaadje waarin IJzerdraat aanwijzingen gaf voor het plegen van verzet. De groepen begonnen met het verzamelen van wapens en gingen tot actie over. Heel veel stelde het allemaal niet voor: de Geuzen doodden enkele Duitse soldaten en sneden een paar telefoonkabels en de lichtkabel van de zoeklichtbatterijen rond Rotterdam door. De leden vonden hun nieuwe positie echter reuze interessant en spraken er graag over. En dat werd de verzetsbeweging noodlottig. Het Nederlandse verzet stond nog in de kinderschoenen. De Geuzen kwam openlijk uit voor haar mening en nam niet genoeg voorzichtigheid in acht. Men had geen enkel besef van het gewicht dat de Duitsers toekende aan de strijd tegen illegale activiteiten en dus van de grote risico’s die de leden liepen. IJzerdraat scheen wel een redelijke kijk op de gevaren te hebben en drong steeds aan op voorzichtigheid, maar blijkbaar werd daar niet door iedereen acht op geslagen. IJzerdraat werd al snel verraden en op 25 november 1940 opgepakt in Haarlem. De Sicherheitsdienst (SD) vond bij hem thuis een lijst met alle namen en adressen van de overige leden van de verzetsgroep. Honderden Geuzen en sympathisanten werden gearresteerd; de meesten konden, hevig geschrokken, na een kort verhoor weer huiswaarts keren. Op 24 februari 1941 stonden 43 Geuzen in het gebouw van de Hoge Raad voor het Feldgericht des Kommandierenden Generals und Befehlshabers im Luftgau Holland. Op 1 maart 1941 werden de eisen bekendgemaakt in het zogenaamde Geuzenproces: 22 doodvonnissen, 17 maal een gevangenisstraf en 4 vrijspraken. Uiteindelijk kregen op 4 maart 1941 achttien man de doodstraf. Generaal Christiaansen, de Duitse bevelhebber in Nederland, nam de gratieverzoeken in behandeling en ette van drie minderjarige leden van de verzetsgroep de doodstraf om in een gevangenisstraf.  De andere vijftien werden, samen met drie communisten, op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. IJzerdraats graf bevindt zich op Ereveld Loenen. Postuum ontving IJzerdraat in 1955, als laatste van de gedecoreerden, het Verzetskruis, die aan zijn weduwe werd uitgereikt. In 1991 werd hem postuum de Geuzenpenning toegekend.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: