TAEKE JOHAN KROEZE (45)
Taeke Johan Kroeze (Ermelo, 13 april 1920 – Apeldoorn, 2 december 1944) was een Nederlandse verzetsstrijder. Hij was Hij was aspirant-opzichter bij de Nederlandse Heidemaatschappij en begon zijn verzetswerk als koerier voor de Ordedienst (OD). Daarna werd hij verbindingsofficier van Gewest 6 (Veluwe) van de OD voor de gewesten Arnhem, Deventer, Zwolle en Zutphen, waarvoor Jan Jozua Barendsen, luitenant-kolonel b.d. van de KNIL, zijn gewestelijk commandant was. Door verraad werd hij op 14 november 1944 bij een razzia in Apeldoorn opgepakt. Bij de verhoren werd hij zwaar mishandeld, maar gaf toch geen informatie prijs aan de Duitsers. Hij werd toen als ‘Todeskandidat’ opgesloten. Hij had de pech dat kort daarvoor (2 oktober1944) in de stad begonnen was met een razzia, waardoor bijna het gehele ambtelijke apparaat en de middenstand van Apeldoorn plat lag. Na ongeveer vijf weken waren de meeste mannen weer teruggekeerd naar Apeldoorn. Burgemeester D.F. Pont had gezichtsverlies geleden bij de NSB-leiding. Bovendien bleek dat men in de IJssellinie nog steeds 4000 mensen moesten hebben voor het verrichten van versterkingswerkzaamheden. Daarom werd in de vroege ochtend van 2 december 1944 weer een grote razzia gehouden. Als waarschuwing vooraf werden er weer bevelen afgedrukt en reden er radiowagens door het dorp. In de buitengebieden van Apeldoorn werden in totaal zo’n 11.000 mannen en jonge jongens opgepakt en afgevoerd naar de markt te Apeldoorn. Daar werden er ongeveer 4.500 man geselecteerd en vastgehouden op het marktplein, het postkantoor, de bioscoop Centraal of de Meester Blitsschool. De eerste mannen die opgepakt waren stonden al om 06.00 uur op het marktplein. Daarna werd de mannen in groepen lopend afgevoerd naar het NS-station, waar twee treinen klaar stonden om de 4500 mannen af te voeren, richting Duitsland en IJssellinie te weten (naar Elten of Zevenaar). De eerste trein vertrok tegen 20.00 uur, de tweede trein twee uur later. De eerste trein werd onderweg in de ochtenduren door geallieerde vliegtuigen beschoten, maar de mannen kwamen toch ongedeerd aan in Elten of Zevenaar. Op 5 december werden de jongeren ( 40 jaar en jonger ) afgevoerd naar Kamp Rees. Kamp Rees (ook wel Arbeitslager Groin genoemd) was van 1944 tot 1945 een concentratiekamp aan de oostzijde van de Rijn, vlak over de Nederlandse grens. Het kamp was een arbeidskamp, waar de gevangenen dwangarbeid moesten verrichten, voornamelijk het aanleggen van militaire versterkingen zoals het graven van sloten die moesten dienen als tankgracht.
De razzia had dus eigenlijk wel het succes dat de Duitsers ervan verwachten, maar er was toch grote onvrede. Naarmate de oorlog vorderde werd de strijd tussen de Duitsers en het verzet steeds grimmiger. Op 22 november 1944 had de bezetter vijftien kopstukken van het verzet aangehouden en hen gevangen gezet in de zwaar bewaakte Koning Willem III-kazerne in Apeldoorn. Het verzet heeft haast om de gevangengenomen kopstukken te bevrijden, want de kans dat iemand tijdens de verhoren doorslaat neemt met de dag toe. De kazerne werd echter zwaar bewaakt, waardoor het Apeldoornse verzet er niet in slaagde een incomplete omgevingsschets te maken. Daarom besloot Johannes ‘Frank’ van Bijnen, de landelijke leider van het georganiseerde gewapende verzet zelf in actie te komen. Samen met Samuel ‘Paul’ Esmeijer, een Rotterdamse politie-agent die in oktober 1944 meer dan veertig verzetsmensen had bevrijd uit een gevangenis in Rotterdam, probeerde hij op 28 november 1944 de bewaking van de Willem III kazerne te bekijken. Ze weten tot vlak bij de kazerne te komen, maar dan worden ze aangehouden. Daarna ontstaat een vuurgevecht waarbij Esmeijer omkomt en Van Bijnen zwaar gewond raakt. Een derde man die bij de actie is betrokken (Huibert Verschoor) weet te ontsnappen, maar zal later in de oorlog alsnog om het leven komen. De Duitsers proberen hem nog in leven te houden om hem te kunnen verhoren, maar op 1 december 1944 sterft hij. Het lichaam van Esmeijer laten de Duitsers achter op straat. De verzetsmannen hebben de omgevingsschets die het Apeldoornse verzet gemaakt heeft bij zich, daardoor hebben de Duitsers in de gaten dat het om een voorbereidende bevrijdingsactie gaat. Op 2 december 1944 werden als represaille elf verzetsstrijders en de Amerikaanse piloot Bill F. Moore opgesloten in de Koning Willem III-kazerne en gefullisseerd. Ted Kroeze was één van die verzetsstrijders, de andere tien Nederlanders waren: A. L. Ansems, J. Balk, Ph. Corts, H.G. Drost, J. Engelaan, L.J. Kleiboer, S. Postma, J.D. Suyling, J. Vos, G. Westdijk en J. van Zanten. Kroeze werd begraven op het Nederlands ereveld Loenen bij Apeldoorn (vak A, nummer 938) en zijn naam wordt vermeld op een oorlogsmonument aan de Frankenlaan in Apeldoorn, in de omgeving van de Willem III-kazerne. Van Bijnen, Esmeijer en Verschoor kregen een gezamenlijk graf op de begraafplaats in Driebergen. Van Bijnen kreeg de Militaire Willemsorde en een deel van de Willem III-kazerne heet sinds 1986 de Frank van Bijnenkazerne. Esmeijer kreeg het Verzetskruis en vanaf 1984 heet de Nederlandse Politie Academie in Apeldoorn het Samuel Esmeijer Instituut. Ted Kroeze werd bij Koninklijk Besluit Nr. 58 van 25 juli 1952 postuum onderscheiden met het Verzetskruis 1940-1945. Op 2 december 1946 werd bij de ingang van de Willem III kazerne een monument onthuld voor de veertien mannen die op 2 december 1944 zijn gefusilleerd en voor Esmeijer en Van Bijen.