LOUIS KIST

Cornelis Louis Kist (Bandoeng, 19 juli 1916 – Leusden, 24 juni 1943) was een 2e luitenant van de infanterie KNIL, die op 26-jarige leeftijd op de Leusderheide werd gefusilleerd. Met hem werden daar zeven andere verzetsmannen door de Duitsers vermoord. Dat waren Johannes Hendricus van Dongen (05-11-1916), chemicus Johannes Hovenkamp (16-10-1913), militair Adriaan Cornelis Laurens Klerck (21-06-1917) en militair Cornelis Spaans (14-07-1922), die op 6 augustus 1942 betrokken waren bij de liquidatie van verrader Izak Anthonie Daane bij Schipborg in Drenthe. Verder stratenmaker Henri Pieter Drenth (20-10-1917), monteur Willem Hendrik ’t Hart (27-10-1916) en militair Adriaan Cornelis Laurens Klerck (21-06-1917), die lid waren van de Zeeuwse verzetsgroep Van Beest, die samen met enkele andere leden van deze verzetsgroep hadden deelgenomen aan de aanslag op de verrader Gerard Stellbrink op 14 oktober 1941 in Haarlem. Louis Kist werd na de oorlog postuum onderscheiden met de Bronzen Leeuw, een onderscheiding die op 30 maart 1944 bij Koninklijk Besluit werd ingesteld en kon worden toegekend aan Nederlandse militairen die zich in de strijd tegenover de vijand door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden hadden onderscheiden. De Nederlandse Oorlogsgravenstichting plaatste op haar website onderstaand artikel over Louis Kist.

Als officier achtte Loe, zoals hij door intimi werd aangesproken, het zijn plicht ‘Koningin en Vaderland’ te dienen. Dat betekende na de bezetting van ons land voor hem de vijand zoveel mogelijk tegen te werken en op alle gebied hulp te verlenen aan de bondgenoten. Al in oktober 1940 begon tweede luitenant Kist onder de schuilnaam Taconis in Leiden een groep studenten te formeren voor verzetsactiviteiten. Hij had onder andere contact met Sjoerd Nauta en Frits van der Schrieck. Maar ook met andere oud-cadetten van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Samen met deze oud-cadetten schreef hij zich in aan de Leidse universiteit, waar zij lessen volgden van de docent chemie drs. J.F. van Walsem. Van Walsem, die oprichter was van het illegale orgaan met de naam: Ik zal handhaven, is in oktober 1941 gearresteerd en overleed op 2 januari 1943 in het concentratiekamp KL Neuengamme. Het orgaan gaf praktische aanwijzingen voor het uitvoeren van openlijk verzet. De bedoeling was in de eerste plaats economische en militaire informatie over de bezettingstroepen te krijgen. Met mensen uit uiteenlopende sectoren maakte Loe contact teneinde de gewenste gegevens binnen te krijgen. Op deze manier konden bijvoorbeeld troepenverplaatsingen, werkzaamheden van de Duitsers aan de vliegvelden, in de havens, op scheepswerven van dag tot dag worden gevolgd. Mede door deze informatie waren de Engelsen op 18 juli 1941 in staat een redelijk succesvol bombardement uit te voeren op de Rotterdamse haven. In zijn kosthuis te Den Haag beschikte Kist naast een uitgebreid register met relevante gegevens en plattegronden, over vuurwapens en gummiknuppels, terwijl hij ook een radiozender in zijn bezit had.

Na de winter van 1940-1941 besloot luitenant Kist Nederland te verlaten met als eindbestemming zijn geboorteland Nederlands-Indië, om zo aan de strijd tegen de bezetter te kunnen deelnemen. Op 10 mei 1941, precies een jaar na de Duitse inval in ons land, startte Loe zijn reis. Deze werd echter een teleurstelling. Bij zijn poging de grote oversteek te maken, kwam hij niet verder dan Marseille. Al eind mei 1941 keerde hij terug in Nederland. Hij kwam weer in Leiden terecht, waar hij voortdurend van adres veranderde. Kennelijk voelde hij zich opgejaagd. Niettemin hervatte Loe zijn ‘oude werk’. Daarbij maakte hij dankbaar gebruik van nieuw verkregen materiaal over activiteiten van de bezetter.

Intussen had hij zich ook toegelegd op een escape-line voor mannen die moesten uitwijken. Vooral de zogenaamde Zwitserse-route naar Spanje was nogal in trek. In Zwitserland kregen de Engelandvaarders een visum om via onbezet Frankrijk naar Zuid-Frankrijk te reizen, waar zij de Pyreneeën overtrokken om in Spanje te komen. In de zomer van 1941 was Loe bij allerlei verzetszaken betrokken, zoals bij de poging tot liquidatie van twee verraders in Haarlem. Luitenant Loe Kist, de cadet-vaandrig Gijs de Jong en de luitenant Hans Knoop werden in verband met deze aanslag door de Duitsers gezocht. Zij hielden zich schuil bij een pottenbakker even buiten Leiden. Op 13 oktober 1941 slaagden zij erin, samen met cadet-vaandrig Iep van Olmen, Nederland te verlaten. Bij het Franse Arbois werden ze tijdens het passeren van de demarcatielijn door de Duitsers opgemerkt; Hans Knoop wist te ontkomen, maar de anderen werden gevangen genomen. Omdat zij beweerden vanuit Nederlands-Indië via onbezet Frankrijk op weg te zijn naar Nederland, zetten de Duitsers het trio weer over de linie naar het vrije deel van Frankrijk. Na deze meevaller vervolgden zij hun reis. In Poligny ontmoetten ze het hoofd van de Franse ondergrondse met de schuilnaam Roger le Saule. Deze Le Saule, wiens echte naam Robert baron De Schrevel was, wilde in contact komen met het verzet in Nederland. Afgesproken werd dat Kist als zijn koerier terug zou reizen. De drie anderen, Knoop had zich inmiddels weer aangesloten, reisden door en bereikten veilig Engeland. Le Saule gaf Loe documenten mee voor de Nederlandse ondergrondse beweging. Teruggekeerd in Nederland bezorgde Kist deze aan kapitein dr. J.M. Somer, oud-leraar aan de KMA in Breda, die inmiddels was toegetreden tot de Ordedienst (OD).

Op 26 november 1941 bracht Kist zijn verloofde Nina Baumgarten en de verloofde van Gijs de Jong, Lydia van den Broek, naar Frankrijk, omdat beide jonge vrouwen in Nederland werden gezocht. Zij zijn alle drie gearresteerd. Beide vrouwen in Frankrijk; ze hebben de oorlog wel overleefd. De ‘grote vis’ Kist liep op 9 januari 1942 op de terugreis naar Nederland in Brussel tegen de lamp. Daar verdween hij in de gevangenis. Kort nadien volgde overbrenging naar het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen. Zijn ‘pleegmoeder’, mevrouw J. Drost-van Geuns, ontving vandaar een brief van hem met het verzoek enige toiletartikelen te bezorgen. Ook legde zij contacten met een advocatenbureau om hem bij te staan bij het onvermijdelijke proces. Begin juli 1942 werd hij overgebracht naar kamp Amersfoort. Uit correspondentie blijkt dat het hem daar ‘goed ging’. De brieven die officieel het kamp uitgingen waren uiteraard gecensureerd.

Op 5 december 1942 kwam Loe in de Utrechtse gevangenis terecht. Vijf dagen later sprak het Duitse Feldgericht het doodvonnis tegen hem uit. De eerder door mevrouw Drost geraadpleegde Duitse advocaat Stumme diende nog een gratieverzoek in. Mevrouw Drost kreeg een dag later de gelegenheid hem te bezoeken. Zij mocht een kwartier met hem spreken. Merkwaardig genoeg werd Kist daarna langs een aantal kampen en gevangenissen in Amersfoort, Berlijn, Keulen, Vught, ’s-Hertogenbosch en Haaren gevoerd. Het ingediende gratieverzoek, ondersteund door advocaat Stumme, de doodstraf niet uit te voeren, werd afgewezen, evenals verzoeken om hem nog eenmaal te mogen bezoeken. Wel heeft hij een afscheidsbrief mogen schrijven. Vlak voor zijn einde heeft hij nog een ontvluchtingspoging ondernomen. Samen met zes lotgenoten, J.H. van Dongen, H.P. Drenth, W.H. ’t Hart, J. Hovenkamp, A.C.L. de Klerck en C. Spaans, is Cornelis Louis Kist op 24 juni 1943 op de Leusderheide gefusilleerd. Op 30 juni ontving mevrouw Drost hiervan van het Feldgericht schriftelijk bericht, hierbij was ook zijn afscheidsbrief gevoegd. Voor zijn illegale verkenningsreizen, koeriersdiensten en de hulp aan onderdrukte en vervolgde landgenoten werd hem op 25 maart 1949 postuum de Bronzen Leeuw toegekend. Deze werd in Bandoeng uitgereikt aan zijn broer ir. A.P.F. Kist. Oorspronkelijk werd Kist begraven te Leusden, vervolgens op Oud Eik en Duinen te Den Haag, waarna zijn stoffelijke resten op 1 april 1965 werden bijgezet op het ereveld in Loenen, vak A, nr. 400.

Herbegrafenis op Oud Eik en Duinen van zeven verzetsstrijders die door de Duitsers op 24-6-1943 op de Leusderheide waren gefusilleerd: Johannes Hendricus van Dongen (05-11-1916), stratenmaker Henri Pieter Drenth (20-10-1917), monteur Willem Hendrik ’t Hart (27-10-1916), chemicus Johannes Hovenkamp (16-10-1913), militair Cornelis Louis Kist (19-07-1916), militair Adriaan Cornelis Laurens Klerck (21-06-1917), militair Cornelis Spaans (14-07-1922).

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: