ANNE HENDRIK KOOISTRA

Kort na de bezetting, op 14 augustus 1940, werd Anne Hendrik Kooistra (Amsterdam 1 november 1919) aangenomen als onderwijzer aan de Eben Haezerschool. Gevestigd op de hoek van de Bloemgracht en de Lijnbaansgracht stond de school ook bekend als de Inrichting voor Haveloze Kinderen. Op Anjerdag, 29 juni 1940, vervaardigde Kooistra met zijn jeugdvriend en dorpsgenoot Wim P. Speelman het eerste pamflet van het “Comité in Verdrukking Eén”. Ze verspreidden het geschrift in kleine kring met de bedoeling dat het overgeschreven zou werden en aldus een grotere reikwijdte zou krijgen. Het tweetal vroeg mensen uit hun kennissenkring, onder wie de Rotterdamse dominee J.J. Buskes, om kernachtige artikelen te schrijven. Opmerkelijk genoeg ondertekenden zij de pamfletten tot ver in september 1940 met hun eigen naam. Samen raakten ze betrokken bij de verspreiding van het illegale blad Vrij Nederland. Kooistra bracht geld en distributiebonnen rond en hield zelfs wapens verborgen op de zolder van zijn school. Tijdens de aanloop tot de Februaristaking van 1941 rukte hij een hakenkruisvlag van de vlaggenmast die voor het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst in de Euterpestraat stond. In deze periode bouwde hij een sterke band op met zijn schoolhoofd H.M. van Randwijk. Op 3 april 1941 wist hij ternauwernood te ontsnappen toen een poging om naar Engeland over te steken door verraad mislukte. Een maand later probeerde de Sicherheitsdienst hem in zijn ouderlijk huis en later op zijn school te arresteren. Zijn vader wist hem op tijd te waarschuwen en met hulp van Van Randwijk dook Kooistra onder in Hoevelaken.

Nadat een groot aantal medewerkers van Vrij Nederland was gearresteerd, besloten Kooistra en Speelman de verschijning van het blad op zich te nemen. In juni 1941 verscheen Kooistra plotseling voor Van Randwijk en vroeg om zijn medewerking. Op diens antwoord ‘Dat rotblaadje, dacht je dat ik daar mijn leven voor waagde?’, antwoordde Kooistra gedecideerd: ‘Nou, dan moet je dat rotblaadje beter maken’. Kooistra werd op 1 september 1941 opgepakt toen hij in Delfzijl gegevens over Duitse militaire installaties ophaalde. Een Nederlandse agent arresteerde hem toen hij een Duits opsporingsbevel stond te lezen. Via het Huis van Bewaring in Groningen kwam hij terecht in het Oranjehotel (de Duitse afdeling van de Scheveningse strafgevangenis aan de Van Alkemadelaan). Rond 17 september 1941 werd hij overgebracht naar concentratiekamp Sachsenhausen nabij Berlijn en vervolgens naar Gross Rosen waar hij op 4 augustus 1942 overleed. De herdenkingsdienst werd op 11 augustus gehouden door dominee Buskes.

Bron levensbeschrijving: NIOD

Oorlogsmonument

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: