CORNELIS DE GROOT (78)
Cornelis de Groot (Den Haag, 13 oktober 1913 – Amsterdam, 8 maart 1945) was sinds begin 1940 een jonge ambtenaar op het ministerie van Economische Zaken. Hij was gehuwd en had drie kinderen. Hij was tijdens zijn rechtenstudie redacteur van diverse studentenbladen, waaronder van Propria Cures, het satirische en tegendraadse Amsterdamse studentenblad. De Groot was in zijn studententijd actief in de politiek en de journalistiek voor onder meer De Socialist, Rood Kader en Fundament. In 1936 ging hij naar Spanje om als ‘oorlogscorrespondent’ reportages van de burgeroorlog te maken. In die tijd hielp hij ook Duits-Joodse vluchtelingen aan onderdak en verder transport. Nadat hij zijn meestertitel had behaald, werd hij opgeroepen voor militaire dienst en werd op grond van zijn universitaire titel uitgekozen om reserveofficier te worden. De Groot was echter pacifist en antimilitarist en wilde als gewoon dienstplichtig soldaat zijn diensttijd doorbrengen. Hij kwam toen terecht bij de Geneeskundige Troepen. In de mobilisatieperiode was De Groot directiesecretaris bij de KLM. Toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen was hij ingedeeld bij een afdeling luchtafweer bij het vliegveld Haamstede op Schouwen-Duiveland.
Vliegveld Haamstede was in 1931 het eerste vliegveld waarop de KLM vanaf Waalhaven interne lijnvluchten vloog. Daarna volgde diensten naar Vlissingen en Knokke. Omdat die vluchten vooral door rijke Rotterdammers werden gebruikt om naar het casino te gaan, werden die vluchten ‘miljonairslijntjes’ genoemd. Rond 1936 was vliegveld Haamstede na Schiphol en Waalhaven het derde transportvliegveld van Nederland. Vanwege oplopende politieke spanningen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog werd het vliegveld in 1939 voor gewone vluchten gesloten. Ze zouden na de oorlog niet meer worden hervat. Vanaf 1939 werd het een militaire vliegschool en in maart 1940 door de militaire autoriteiten gevorderd voor de verdediging van Nederland. Bij het uitbreken van de oorlog stonden op het vliegveld 26 vliegtuigen. Op een na werden die op 13 mei 1940 door Duitse Messerschmitts vernietigd. Daarna werd door het Nederlandse leger de landingsbaan onklaar gemaakt en werd een dag later het vliegveld verlaten. Het merendeel van de ongeveer 160 militairen die in Haamstede en Vlissingen waren gelegerd vertrok via Frankrijk naar Engeland en zou de kern gaan vormen van de Prinses Irene Brigade. Vliegveld Haamstede werd door de Duitsers hersteld en ingezet om de Zuid-Nederlandse kust en de Rotterdamse havens te bewaken en luchtdekking te geven aan hun scheepvaart. Dat eindigde na herhaalde bombardementen van de RAF in 1943.
De socialistische intellectueel De Groot behoorde niet tot de groep die in mei 1940 naar Engeland trok. Vanaf begin 1941 was hij werkzaam voor het illegale blad Het Parool, waarvoor hij artikelen schreef en redigeerde, drukproeven corrigeerde en onderhield de contacten met zetters, drukkers en verspreiders. In deze periode steeg de oplage tot 40.000 stuks. Vanaf september 1944 organiseerde hij ook de uitgave van de Parool-nieuwsbulletins, dagelijkse lokaal verspreidde bulletins. Al snel hoorde hij bij de topleiding van het blad. Na de arrestatie van enkele mederedacteuren in de herfst van 1942 moest De Groot onderduiken en werkte toen verder onder de schuilnamen Maarten van den Velde, Chris Tadema en Chris den Goevers. Zijn voornaamste taak werd toen het leggen van contacten in het land.
Hij werd op 1 maart 1945 in Amsterdam gearresteerd, maar de Sicherheitsdienst was niet op de hoogte van zijn ware identiteit. Enkele dagen later, in de nacht van 6 op 7 maart 1945, werd bij de Woeste Hoeve op de Veluwe door een Nederlandse verzetsgroep een aanslag gepleegd op Hanns Albin Rauter (Klagenfurt, 4 februari 1895 – Den Haag, 25 maart 1949), die de hoogste vertegenwoordiger van de SS was en hoofdverantwoordelijk was voor vervolging en onderdrukking van het Nederlandse verzet en medeverantwoordelijke voor de deportatie van de Nederlandse Joden. De aanslag werd door de Duitsers bloedig gewroken. In totaal zouden op 8 maart 1945 ongeveer 300 Nederlanders als represaille worden geëxecuteerd, waaronder 117 gevangenen bij de Woeste Hoeve, 53 in Amsterdam, 49 in kamp Amersfoort en 38 op de Waalsdorpervlakte. Cornelis de Groot hoorde bij de groep die in Amsterdam bij kwekerij Rozenoord aan de Amstel werd gefusilleerd. De anderen die op de Fussiladeplaats Rozenoord werden geëxecuteerd waren: N. Akkerman, N. Appel, J. Baïs, H. Bettonville, F. Beukman, J.W. Beunders, A.M. Bosse, W. van der Brink , J.H. Conijn, P. Conijn, E. Doets, A.A. Eijffinger, A.I. Frederiks, J.Th.F. Friederich, Th. van Gogh, G.J. Gorter, P. Gorter, C. Goudriaan, J. Groot, P.J.H. Gulikers, J.H. Hoek, P.J. Huybrecht, JA. van der Hijden, C. de Jonge, P.A. Kramer, G. Kroon, J. Langedijk, G. Leegwater, J.A. van Leeuwen, J. Lodder, C. Loos, F. Meijer, H. Meijer, N. Molenaar, A.Chr. Naarstig, F.S. van Nierop, J.F. Ris, D.J. van Rijswijk, J.A. Schagen, J.G. Schippers, H. Schrijver, P. Slooten, J·G. Smitt, JF. Stam, P.A. Stokhof, J.A.Chr. Stokmans, H.E. Temme, H. Terwiel, W.B. van der Velden, C.J. de Vries, J.L. van Weerdenburg, J.Chr.L.K. van Welij. De lichamen werd door de beruchte begrafenisondernemer Bleekemolen begraven in provisorische massagraven in de duinen van Overveen.
Cornelis de Groot werd herbegraven op de Erebegraafplaats Overveen te Bloemendaal, vak 38. Een groot aantal van de anderen die met hem op 8 maart 1945 werden begraven liggen eveneens op de Erebegraafplaats Overveen. Hij kreeg op 7 mei 1946 Het Verzetskruis 1940-1945. In de Verzetsheldenbuurt in Slotenmeer/ Amsterdam werd onder de motto ‘Geef Straten een Gezicht’ elk naar een verzetsheld genoemde straat voorzien van een paneel met het portret van de naamgever plus een korte levensloop. Cornelis de Groot is een van degenen die zo werd geëerd.