JAN RIJKMANS
Jan Rijkmans (Steenwijk, 3 februari 1920 – Scheveningen, 14 april 1944) was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een van de vele honderden die tijdens de oorlog hun leven gaven, maar inmiddels bijna zijn vergeten. Rijkmans was in Steenwijk autohandelaar. Amper twintig jaar toen de oorlog uitbrak en direct in heel Drenthe zeer actief betrokken bij allerlei verzetsactiviteiten.Toen in het voorjaar van 1943 door het verzet in Meppel een knokploeg werd opgericht, slot Rijkmans zich hierbij direct aan.
Op 7 juni 1943 pleegde drie man van de KP-Meppel (Klaas Roelof Woltjer, Hendrik Drogt en Jan Daniël Rijkmans) een overval op het gemeentehuis in Wanneperveen. Om 17.00 uur kwamen ze aan bij het gemeentehuis, één van hen had een klein model van een cylinderrevolver bij zich waarmee de aanwezige gemeentesecretaris Lucas Wuite werd bedreigd. De twee anderen stalen de zaken waarvoor ze gekomen waren en knipten voor het weggaan de telefoondraden door. Bij het verlaten van het gemeentehuis werd nog achterwaarts een schot gelost, waarschijnlijk om de aanwezige ervan te weerhouden direct in actie te komen. Bij de goed voorbereide overval werden 1650 persoonskaarten, 70-80 blanco persoonsbewijzen, zegels, het bevolkingsregister, het woningsregister, een stalen kistje met slot met allerlei visakten meegenomen. Het bevolkingsregister werd verstopt onder het hooivak in de boerderij van Roelof Kooiker. Overvaller Klaas Woltjer overnachtte na de overval bij de familie Garnaat in Meppel en reisde een dag later op de fiets naar Groningen. Van de andere twee is niet bekend waar ze na de overval heengingen. Secretaris Wuite gaf de Duitsers ondeugdelijke signalementen van de overvallers, zodat de Sicherheitsdienst (SD) aanvankelijk weinig aanknopingspunten had. Het duurde niet lang voor de SD de waarheid grotendeels hadden achterhaald. Ze stelden een lijst op, de Bildtafel der in den Nordprovinzen im Zuge der Aufklarung von Mord- und Sabotage, met daarop 31 namen en foto’s van leden van de noordelijke knokploegen. Op de lijst stonden Woltjer en Drogt, maar Rijkmans ontbrak aanvankelijk.
Op 2 Augustus 1943 werden door een handlanger van de Sicherheitsdienst drie leden van deze knokploeg op het station in Zwolle in de val gelokt. Daarna kwam de SD er al snel van op de hoogte dat Jan Rijkmans in de Meppeler verzetsgroep actief was. Rijkmans hield zich daarna een tijdje op de achtergrond. De SD scheen ook geen belangstelling voor hem te hebben, want vreemd was omdat zijn auto, die bij verschillende acties was gebruikt waaronder een overval op het gemeentehuis waarbij distributiebonnen en stamkaarten waren buitgemaakt, door hen in beslag was genomen. Op donderdag 7 oktober 1943 kreeg Rijkmans een telefonische oproep zich onmiddellijk te melden op het Gewestelijk Arbeidsbureau om zijn Ausweis op te halen. Omdat er al twee maanden verstreken was na de arrestaties in Zwolle veronderstelde Rijkmans met een gerust hart naar het Arbeidsbureau te kunnen gaan. Daar waren in de vroege morgenuren een paar mensen van het SD-kommando Nord verschenen. Dat kommando had aan de Duitse Fachberater, op het arbeidsbureau belast met de uitvoering van de ‘Arbeitseinsatz’, gevraagd Rijkmans op de een of andere wijze naar het bureau te lokken om hem daar te kunnen arresteren. Na zijn arrestatie werd Rijkmans naar het Huis van Bewaring in Assen overgebracht. Vandaar bracht men hem naar het beruchte Oranjehotel in Scheveningen. Op 13 April 1944 werd hij door het Polizeistandgericht in Den Haag ter dood veroordeeld, tegelijkertijd met de drie man die eerder in Zwolle waren gearresteerd. Op 14 april 1944, vroeg in de ochtend, werd hij in de duinen op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd als één van de acht Nederlandse verzetsstrijders die die dag werden vermoord. Een andere medegevangene beschreef later in een brief aan zijn verloofde dat Jan Rijkmans, Wiepke Harm Timersma (1896-1944), Gerard Jansen (1923-1944), Jacob Kraal (1914-1944), Gerrit Jan van den Berg (1919-1944), Hendrik Drogt (1920-1944), Fokke Jagersma (1920-1944) en Johannes Kippers (1899-1944) regelmatig psalmen zongen in afwachting van hun terechtstelling. Rijkmans werd begraven in een anoniem massagraf, ergens in de duinen. Van enkelen van de acht is bekend dat ze na de oorlog elders herbegraven zijn; Rijkmans werd later herbegraven op de Gemeentelijke Begraafplaats in Meppel (vak/rij/nummer M 401).