KEES VAN DE SANDE
Kornelis Pieter van de Sande (Tholen, 24 januari 1918 – De Bilt, 30 april 1945) was de zoon van Johannes van de Sande en Jacoba Scherpenisse, de enige zoon in een gezin met drie zussen. In oktober 1938 wordt hij als dienstplichtige met de rang van wachtmeester ingedeeld bij het regiment Huzaren Motorrijders. In mei 1940 is hij in Den Haag gelegerd bij de depottroepen van de cavalerie, die de Vesting Holland moet verdedigen. Op 1 juli 1940 gaat hij met groot verlof, maar gaat zich al snel voorzichtig bezighouden met verzetswerk. In december 1941 kreeg hij een betrekking van controleur bij de Crisis Controle Dienst (CCD), een in 1934 opgerichte overheidsdienst die toezicht moest houden op de handel in schaarse goederen. De dienst moest tijdens de oorlog op last van de bezetter ook de welig tierende zwarte handel bestrijden en het binnenhalen van de oogst streng controleren. Deze baan maakte het Van de Sande mogelijk zich veel intensiever bezig te houden met zijn ondergrondse werkzaamheden.
Vanaf begin 1942 sloot Van de Sande zich aan bij het Nationaal Steun Fonds (NSF), de groep-Albrecht en Natura, drie verzetsorganisaties die zich inzette voor onder meer de voedselvoorziening van onderduikers. Bij deze activiteiten gebruikte Van de Sande onder andere de schuilnamen Cornelis Burgers en Cornelis Snel. In 1942 trouwde hij in Oud-Vossemeer met Jo van der Vlies; in november 1943 werd hun zoon geboren in Sleeuwijk, waar het gezin inmiddels woonde. Vanaf 1943 werd de Duitse repressie steeds erger en groeide als gevolg daarvan ook het Nederlandse verzet. Kees van de Sande sloot zich nu in het Land van Heusden en Altena aan bij de Knokploeg (KP) en de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO), waarvan hij vanaf 5 september 1944 (‘Dolle Dinsdag’) districtscommandant is. In de maanden september en oktober 1943 werd het zuiden van Nederland bevrijd, maar het gebied boven de grote rivieren bleef na het mislukken van Operatie Market Garden bezet.
De Biesbosch en het Land van Heusden en Altena vormde daardoor de grens tussen bezet en bevrijd gebied. De contacten tussen het verzet en het bevrijde zuiden werden vooral door de zgn. line-crossers onderhouden. Deze line-crossers brachten met groot gevaar voor het eigen leven via de Biesbosch inlichtingen en onderduikers naar het zuiden en smokkelden op de terugtocht wapens naar het bezette noorden. De line-crossers deden minimaal vijf uur over hun levensgevaarlijke tocht van gemiddeld vijftien kilometer. De maakte de nachtelijke overtocht in kano’s en kleine bootjes, soms met een geluidloze elektromotor, en zeker niet bij volle maan. Soms zaten Duitse stormboten hen achterna. Tegen het einde van de oorlog werden bijna dagelijks overtochten gemaakt. Kees van de Sande kende het gebied van de Biesbosch inmiddels goed. Hij zou 22 keer de overtocht maken, vaak samen met Adrie van Driel, die maar liefst 53 maal heen en weer ging.
In het voorjaar van 1945 was de Sicherheitsdienst het netwerk van line-crossers echter op het spoor gekomen. Op 3 maart 1945 werd een groep van bijna dertig man in het Land van Altena opgepakt. Van de Sande werd thuis in Sleeuwijk gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht. Daar kreeg hij enkele weken later gezelschap van zijn compagnon Adrie van Driel, die op 18 maart 1945 bij zijn 54e crossing om drie agenten van het Bureau Inlichtingen over te zetten werd gearresteerd. Beide line-crossers werden in Utrecht ondervraagd en gemarteld, maar hielden de kaken op elkaar. Ze werden beiden ter dood veroordeeld en overgebracht naar Fort de Bilt dat tijdens de oorlog door de Duitsers werd gebruikt als executieplaats. Beide mannen werden op 30 april 1945, met de bevrijding in zicht, door een dronken Duitse militair op Fort de Bilt gefusilleerd.
De name van Van de Sande en Van Driel staan vermeld op de gedenktekens in het fort. De beide mannen worden ook herdacht op een monument in Werkendam van de beeldhouwer Niek van Leest en op een maquette uit oktober 1960 in Hank bij tankstation De Keizer langs de A27 van beeldhouwer Jacques van Poppel. Kees van de Sande werd begraven op de Protestantse Begraafplaats van Werkendam. Postuum werd hem op 30 augustus 1948 de Militaire Willemsorde 4e klasse uitgereikt. In Werkendam houdt de K. van de Sandestraat en in Sleeuwijk het K. van de Sandeplein zijn naam in herinnering.
In De Zwerver, het weekblad van de Stichting LO-LKR (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en de Landelijke Knokploegen), verscheen in nr. 1 van januari 1946 het volgende In Memoriam van Kees van de Sande:
Zaterdag 3 Maart 1945, een zwarte dag voor het „Land van Altena”, maar ook ver daar buiten, ja zelfs voor geheel ons Vaderland. Huiszoeking bij en mishandeling van onzen Kees. Kees van der Sande, opgepakt met nog 27 anderen uit de dorpen Woudrichem, Rijswijk en Giessen. Daarenboven meer dan 100 personen weggevoerd voor arbeidsinzet naar Duitsland. Een ware schrik en terreur was in het „Land van Altena” losgebroken, onder leiding van de sadisten uit Utrecht. Op het Wolvenplein werden onze vrienden ingesloten, mishandeld en uitgeperst.
Wat dit alles betekende, welk een slag dit, was, wisten in die dagen maar weinigen. Later is er meer uitgelekt, maar nu weten het er velen, dat Kees van der Sande een van de beste, een van de felste strijders is geweest in bezettingstijd voor het bestrijden van de Moffen, wat tevens inhield, de vrijmaking van ons Vaderland.
Op uitgebreid terrein heeft hij de maatregelen van de Duitse barbaren gesaboteerd. Hij streed in het eerste gelid en was mede de ziel van het verzet, zowel in het grote als in het kleine werk. Kees was steeds klaar en bereid om mede te werken voor ieder doel, dat den vijand schade kon berokkenen. Het is ons bekend, dat hij in zijn gevangenschap heeft geleden, gestreden, maar ook gezwegen. Vooral dit zwijgen betekende voor velen het leven Want wat had onze Kees veel kunnen vertellen.
Zijn actief verzet is in hoofdzaak in de Meidagen van 1943 begonnen. Nadien heeft hij vrijwel geen rust meer gekend. Zijn werk als C.C.D.-ambtenaar was bijzaak geworden, het verzet hoofdzaak Veel, zeer veel heeft hij gedaan voor de politieke of andere gevangenen in de kampen, alsmede voor de verdrukten. Zo heeft hij medegewerkt aan het voorbereiden en het doen van overvallen. Bij de overval op het Distributiekantoor in Dassen-Hank is hij een der leidende figuren geweest. Idem aan het maken van krijgsgevangenen, het verkrijgen van wapens, die weer nodig waren in de strijd. Het regelmatig crossen door de linie voor het overbrengen van de geheime dienst alsmede van personen die ernstig gezocht werden en in nood verkeerden, stond mede onder zijn leiding. Kees van der Sande, bij ons werkers in bezettingstijd, zult ge als held en martelaar steeds in gedachten blijven Gij nabestaanden en vrienden van den gefusilleerde weet, dat de gevallene was een arbeider in de Wijngaard van Christus en dat hij is gevallen als bestrijder van den Satan, voor Koningin en Vaderland.