GERRIT MANNOURY

Gerrit Mannoury (Wormerveer, 17 mei 1867 – Amsterdam, 30 januari 1956) was een Nederlandse wiskundige en filosoof die ook sociaal bewogen en politiek actief was. Mannoury heeft belangrijke bijdragen geleverd op het gebied rond de formele wetenschap, de grondslagen der wiskunde, de symbolische logica en de leer der significa. Op 8 augustus 1907 trad hij in het huwelijk met Elizabeth Maria Berkelbach van der Sprenkel, met wie hij drie dochters en een zoon kreeg.

Hij was de zoon van scheepskapitein Gerrit Mannoury. In 1870, toen hij nog maar drie jaar oud was, overleed zijn vader in China. Zijn moeder keerde daarna met de drie kinderen terug naar Nederland en vestigde zich in Amsterdam. Omdat het gezin het bepaald niet breed had, werden de kinderen voor een belangrijk deel opgevoed door de tantes die in Wormerveer een melkwinkel hadden. Met een beurs van de gemeente Amsterdam kon Gerrit Mannoury naar de Hoogere Burger School (HBS), waar hij in 1885 zijn diploma haalde. Drie maanden later legde hij ook met succes het onderwijzersexamen af. Omdat hij in zijn eerste betrekkingen aan de Openbare Handelsschool en enkele lagere scholen in Amsterdam problemen had met de handhaving van de orde in de klas, gaf het lesgeven hem aanvankelijk weinig plezier. Pas na enkele jaren wist hij zijn didactische en pedagogische kwaliteiten te ontwikkelen en werd een goede en geliefde leraar. In die tijd haalde hij door middel van avondstudie de middelbare onderwijsaktes voor wiskunde, boekhouden en mechanica.

Door zijn banen in het onderwijs in Amsterdam en gelijktijdige avondstudies was hij nooit in de gelegenheid zelf aan de Universiteit van Amsterdam een academische opleiding te volgen. Hij kreeg echter weel privélessen van hoogleraar Diederik Korteweg (Den Bosch, 31 maart 1848 – Amsterdam, 10 mei 1941), een vermaard wiskundige, die grote verwachtingen had van de jonge Mannoury. Mannoury’s wetenschappelijke liefde ging uit naar de wiskunde. Al in 1895 werd hij lid en in 1905 bestuurslid van het Wiskundig Genootschap en bleef dit tot 1947. In de periode dat hij onderricht kreeg van Korteweg schreef hij zijn eerste wetenschappelijke publicaties. In 1897 was hij de Gerrit Mannoury 2eerste Nederlander die iets publiceerde over topologie publiceerde. In 1903 werd Mannoury privaatdocent aan de Universiteit van Amsterdam in de logische grondslagen der wiskunde. In 1909 publiceerde hij Methodologisches und Philosophisches zur Elementarmathematik, een belangrijke bijdrage aan de discussie over de grondslagen in de wiskunde.

Hij werkte na Amsterdam achtereenvolgens in Bloemendaal, Helmond en Vlissingen. In de laatste plaats werd hij in 1910 leraar aan de HBS en drie jaar later ook hoofd van de Gemeentelijke Handelsavondschool. Hij had bovendien ook nog de energie om al die jaren ook als accountant werkzaam te zijn en zijn maatschappelijke betrokkenheid te laten zien. De verhuizing naar Vlissingen in 1910 maakte een einde aan zijn privaatdocentschap, maar in 1917 verhuisde hij weer naar Amsterdam, waar hij werd benoemd tot bijzonder hoogleraar. Van 1918 tot 1937 was hij gewoon hoogleraar in de meetkunde, mechanica en wijsbegeerte van de wiskunde. In 1946 kreeg hij een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. In deze periode schreef Mannoury een indrukwekkende reeks van 400 artikelen en vijftien boeken over uiteenlopende onderwerpen als wiskunde, methodologie, begripsanalyse, boeddhisme en significa. Deze Significa bestudeert de relatie tussen taal en menselijke verstandhoudingen. De leer werd eind 19e eeuw door de Britse Victoria Lady Welby ontwikkeld en in 1897 door Frederik van Eeden in Nederland geïntroduceerd. In 1917 was Mannoury een van de oprichters van de Nederlandse Signifische Kring op. Na 1925 was hij de belangrijkste persoon op dit gebied.

Mireille Kirkels, die in 2019 promoveerde op het relativistische gedachtegoed van Mannoury met het proefschrift Gerrit Mannoury (1867-1956): Een relativistisch denker (hier te downloaden) verklaarde over hem: ‘Mannoury’s idee was dat de werkelijkheid continu aan verandering onderhevig is en heen en weer gaat tussen twee tegenpolen. Dat denken in tegendelen noemen ze ook wel dialectiek. Omdat hij vond dat je dingen niet in taal kon vastleggen, geeft hij geen definities en wilde hij geen school van volgelingen die zich Mannouryaan noemden. Hij vond dat je kritisch moest zijn en nooit iets moest aannemen. In zijn werk en dagelijks leven was hij iemand die vond dat je conflicten moest oplossen. Je moet altijd SDP, Afdeling Rotterdam, Congres 1911naar iemand blijven luisteren en niet dogmatisch zijn. Dat zou je tegenwoordig goed kunnen gebruiken, ook in de politiek. En hij heeft ooit een lesmethode geschreven waarbij kinderen, naast spelling en grammatica, signifisch leerden denken, dat wil zeggen dat zij het spreek- en verstaproces leerden doorzien. Hij vond het belangrijk dat mensen leren dat taal bedrieglijk kan zijn.’

SDP, Afd  Rotterdam, Congres, 1911, met Sam de Wolff, Willem van Ravesteyn, Herman Gorter, David Jozef Wijnkoop, Louis de Visser, Gerrit Mannoury en J.C. Ceton.

Mannoury had een actief politiek leven. In 1900 was Mannoury tot de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) toegetreden. Een jaar later gaf hij mede de aanzet tot de oprichting van de Sociaal-Democratische Studie Club (SDSC), een voorloper van het wetenschappelijk bureau van de SDAP. Tot 1906 was hij secretaris van deze SDSC, waarvoor hij in 1902 medewerking verleende aan het Rapport over de verhouding van school, kerk en staat in het buitenland en in 1906-1907 aan de Enquête van het Partijbestuur naar Organisatie en Propaganda. Zijn politieke werk bracht hem op het spoor van de Significa, namelijk het inzicht dat bezinning op communicatie en taal noodzakelijk was om controverses op te lossen. Later stimuleerden de vijandschap tussen volkeren en sociale groepen en de oorlogen tussen staten hem om de Significa intensiever te beoefenen. In 1909 verliet Mannoury met een marxistische oppositie de SDAP, en nam zitting in het partijbestuur van de zojuist opgerichte Sociaal-Democratische Partij (SDP), die na de Russische Oktoberrevolutie haar naam wijzigde in Communistische Partij Holland (CPH) en in 1935 in Communistische Partij van Nederland (CPN). De Communistische Partij Holland (CPH) trad in 1919 toe tot de Communistische Internationale. In 1932 werd Mannoury echter geroyeerd als CPH-lid vanwege zijn steun aan Leon Trotski, die inmiddels door Stalin ten val was gebracht en verbannen. Nadien bleef Mannoury partijloos politiek actief voor gerechtigheid, ijverde onder meer tegen de doodstraf en waarschuwde voor het opkomend nationaalsocialisme.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: