HANS SALENTIN

Hans Salentin (Düren, 22 juni 1925 – Keulen, 21 juli 2009) was de tweede zoon van de leraar Paul Salentin en zijn vrouw Helene. Vanaf 1936 bezocht hij in zijn geboorteplaats het Stiftische Gymnasium in Düren, waar hij door zijn tekenleraar gestimuleerd werd in zijn artistieke aspiraties. In de periode 1933-1945 stond dat Stiftische Gymnasium echter ook sterk onder nationaalsocialistische invloed, vooral door de toenmalige schoolleiding met Dr. Alfons Keus als directeur. Düren werd op 16 november 1944 bij een geallieerd bombardement bijna volledig met de grond gelijkgemaakt. Ruim 96% van de gebouwen ging tegen de vlakte, waarmee het de meest verwoeste stad in Duitsland was. Ook de nog tamelijke nieuwe gebouwen van het gymnasium aan de Zehnthofstraße overleefde het niet. Hans Salentin werd in 1943 opgeroepen voor militaire dienst en aan het Oostfront gestationeerd. In 1944 werd hij er krijgsgevangene gemaakt en enige tijd in een van de kampen van de Goelag Archipel in Siberië opgesloten. In augustus 1945 keerde hij ernstig verzwakt terug naar het compleet verwoeste Düren.

Van 1947 tot 1949 kreeg Salentin in Düsseldorf-Niederkassel les aan de schilderschool van Jo Strahn (Düren, 1904-Düsseldorf, 1997). Strahn had voor de oorlog al een schilderschool gesticht in Düren, maar die later verplaatst naar Düsseldorf en daarna naar een voormalige kruitfabriek in Düsseldorf-Niederkassel. Strahn was in 1933, 1941 und 1943 steeds vertegenwoordigd op de Großen Deutschen Kunstausstellung in München. In 1944 kocht Adolf Hitler voor een bedrag van 18.000 Reichsmark zijn olieverfschilderij ‘Ochsen im Hochacker‘, een werk dat typisch is voor het oeuvre van Strahn. Van 1950 tot 1954 studeerde hij aan de Kunstacademie Düsseldorf in een klas waar hij andere schilders leerde kennen die deel zouden gaan uitmaken van de Duitse tak van de Nul-beweging, zoals Paul Bindel, Heinz Mack, Otto Piene en Raimund Girke. In 1954 werd hij aangenomen als tekenleraar op een middelbare school in Düren. Later verhuisde hij naar Keulen, waar hij werkte als tekenleraar aan het klassieke gymnasium in Keulen-Mülheim. Van 1959 tot 1976 doceerde hij kunst als directeur aan het Schiller-Gymnasium in Keulen.

Van 1955 tot 1958 werkten Salentin, Mack en Piene in Düsseldorf in hun gedeelde studiogebouw. In 1957 werd Salentin lid van Groep 53, een kunstenaarsgroep uit Düsseldorf die op 27 februari 1953 door vijf kunstenaars werd opgericht als de Kunstenaarsgruppe Niederrhein 53 e.V. en door het snel toenemende aantal kunstenaars in 1955 werd omgedoopt in Groep 53. De leden waren voornamelijk kunstenaars van het Tachisme, een aan Cobra gelieerde kunststroming die niet meer geometrisch en abstract schilderde, maar op een meer intuïtieve manier. In 1959 verlieten Otto Piene, Heinz Mack en Hans Salentin de kunstenaarsvereniging en richtten de groep Zero op. Tot 1965 nam Salentin deel aan tentoonstellingen van deze groep. Zijn eerste solotentoonstelling had hij in 1962 in de Schmela Galerie in Düsseldorf. In 1976 werd hij lid van de Duitse Kunstenaarsvereniging. Een jaar later werd hij uitgenodigd voor documenta 6 in Kassel. Om gezondheidsredenen trok Salentin zich van 1981 tot 1989 terug uit de kunstwereld; In 1995 begon hij weer als beeldhouwer te werken. Tot kort voor zijn dood leefde en werkte Hans Salentin afgezonderd in zijn huis in Keulen-Marienburg. Salentin was getrouwd met lerares Ursula Hansen.

Vanaf de zestiger jaren maakte Salentin zinkplaatreliëfs en daarna volledig kunststof objecten, gemaakt van gegoten aluminium onderdelen. Tijdens documenta 6 toonde hij bijvoorbeeld de ‘Mondkarren’, een typisch voorbeeld van zijn stilistische ontwerpprincipe van collage, assemblage en tegelijkertijd van utopie, het onderwerp van veel van zijn voorstellingen. Salentin bleef al zijn jaren trouw aan de collagekunst. Hij gebruikte metalen of reprofotografische vondsten, waaronder plastic, en verwerkte deze in vrije, fictieve figuraties. Ook in zijn tekeningen worden kleine stukken of onderdelen gemonteerd die de vloeiende lijn belemmeren en de organische stroom van de pen of het penseel onderbreken. In de literatuur werd zijn artistieke principe beschreven als het transformeren van het ‘objet trouvé’ in het ‘objet corrigé’. Volgens dit principe heeft zijn werk zich verder ontwikkeld. ‘Met steeds nieuwe ideeën pakte hij de gebruikelijke paneelschilderkunst, het reliëf, de beeldhouwkunst aan en vond steeds nieuwe manieren om de objecten en de artistieke technieken in twee en drie dimensies te combineren tot een onverwachte esthetische symbiose. Wanneer Salentin moderne materialen en media voor representatie gebruikte, slaagde hij erin om verschillende materialen en artistieke technieken tegelijkertijd te gebruiken, niet alleen om een ​​collage van het onderwerp in het kunstwerk te creëren, maar ook om, door gebruik te maken van het principe van technische reproduceerbaarheid, een sequentie te maken , een tot dan toe onbekende collage van moderne technieken en media, begrijpelijk voor de oplettende kijker als een procesvorm van artistieke vormgeving’.

Dit item was geplaatst door Muis.