RAOUL DUFY (2)
Vanaf 1909 veranderde zijn schilderstijl, nadat in aanraking was gekomen met het werk van Paul Cézanne, die hem leerde een subtielere stijl te ontwikkelen dan de wilde stijl van de fauvisten. Hij flirt nog heel even met het kubisme, maar ontwikkelde daarna steeds meer een eigen stijl die over het algemeen wordt getypeerd als stenografisch, decoratief en kleurrijk. Zijn kleurrijke olieverfschilderijen en aquarellen bevatten steeds minder sociale componenten, waardoor zijn werk in de pers ook steeds minder goed ontvangen werd. De levensgenieter Dufy verbeeldde het onbezorgde mondaine leven van paardenrennen, zeilregatta’s, opera en casino’s. Naast schilder en illustrator was Dufy een belangrijk ontwerper van keramiek en textiel. Hij drukte letterlijk en figuurlijk zijn stempel op de modewereld van de eerste helft van de 20ste eeuw. Hij had een succesvolle samenwerking met couturier Paul Poiret en leverde meer dan 5000 stofpatronen, waarvan sommige nog altijd worden geproduceerd door de gerenommeerde zijdeproducent Bianchini-Férier in Lyon. In 1937 voltooide Dufy een van de grootste schilderwerken ter wereld, een enorm grote en ook immens populaire fresco die een ode was aan de elektriciteit: La Fée Electricité voor de Exposition Internationale in Parijs. Vanaf 1950 had de schilder last van reumatische artritis, waardoor hij zich gedwongen zag de kwast aan zijn handen te binden om nog te kunnen werken. Dufy stierf op 23 maart 1953 in het plaatsje Forcalquier, waar hij werd begraven op de begraafplaats van het klooster van Cimiez nabij Nice. Op deze begraafplaats werd eveneens Matisse begraven.
Afbeeldingen: Park (1932), Regatta en Cowes (1934) en Le Cavalier A, ook wel Le Cavalier Blanc genaamd (1914)
Pingback: DE DRIE GRATIËN – 026 | MUIZENEST