JAC VAN LOOY – AVOND OP HET FORUM ROMANUM
In 1884 kreeg Jac van Looy de prestigieuze Prix de Rome. Daaraan verbonden was een beurs en een rijkstoelage die hem staat stelde om te reizen en ervaring op te doen. Hij diende een voorgeschreven route te volgen, klassieke werken te kopiëren en regelmatig schriftelijk verslag uit te brengen. Zo reisde hij van 1885 tot 1886 naar Italië, Spanje en Marokko. Onderstaand gedicht schreef hij in 1885 bij een bezoek aan Rome; het gedicht werd in 1932 opgenomen in de bundel ‘Gedichten’.
Het Forum Romanum (Latijn voor Romeins marktplein) was in de oudheid het centrum van Rome. Het forum was in de gloriedagen van het Romeinse Rijk zowel het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van de stad. Gedurende de middeleeuwen had de sterk uitgedunde bevolking van Rome niet meer de middelen om de antieke gebouwen op het forum te onderhouden en de meeste bouwwerken vervielen tot ruïnes. De Tempel van Antoninus Pius en de Curia Julia werden omgebouwd tot een kerk en bleven zo van dit lot bespaard. De Boog van Septimius Severus diende als voorportaal van een andere kerk en bleef daardoor ook behouden. Een aantal aardbevingen, met name die van 847, brachten grote schade toe aan de verlaten gebouwen en het kostbare marmer en ijzer werd uit de ruïnes verwijderd om in nieuwe gebouwen hergebruikt te kunnen worden. Vooral in de renaissance was dit een normale zaak en in dit tijdperk verdwenen de meeste antieke gebouwen. Hooguit hun fundering of een paar losstaande zuilen bleven bewaard. Gedurende de eeuwen vormde zich een grote laag puin en aarde over de restanten, die daarna vrijwel geheel onder de grond verdwenen. Het forum veranderde langzaam in een weiland waarop boeren hun koeien tussen de laatste antieke resten lieten grazen. Het kreeg destijds de bijnaam Campo Vaccino, het koeienveld.
Tijdens de renaissance steeg de interesse in het oude Rome en de antieke gebouwen van het forum, maar dit uitte zich voornamelijk in ongeregeld schatgraven op diverse plaatsen verspreid over het terrein. De Fransen, die vanaf 1800 in Rome aan de macht waren, hadden veel interesse in de oudheid en gingen structureler te werk. De Boog van Septimius Severus was voor bijna de helft begraven en werd in 1803 weer helemaal blootgelegd. Franse onderzoekers brachten in de eerste helft van de 19e eeuw de restanten van de tempels van Castor en Pollux, Concordia, Saturnus en Vespasianus weer bovengronds. Na 1870 volgde een algehele opgraving van het forum tot aan het grondniveau van de 4e en 5e eeuw. Vanaf 1898 ging de Italiaanse archeoloog Giacomo Boni nog een stap verder en groef de bodem af tot het grondniveau uit de tijd van Augustus. Hierbij werden veel belangrijke vondsten gedaan en het forum in zijn huidige staat dankt zijn uiterlijk aan deze opgravingen. Op specifieke plaatsen deed men later opgravingen die nog dieper gingen. Hierbij werden onder andere de restanten van het oude comitium aangetroffen en een begraafplaats uit de archaïsche tijd. Tegenwoordig vormen de restanten van het Forum Romanum een archeologisch park dat tegen betaling toegankelijk is. Het forum is een van de grootste toeristische attracties van de stad. Ten tijde van het bezoek van Van Looy was de renovatie van het forum dus al behoorlijk gevorderd.
Avond op het Forum Romanum
De Nacht is komend met een heir van dromen;
Zij volgen mee met wijd-geopende ogen;
Ver van het Westen af kwam zij getogen,
In ’t vreemd blauw kleed met brede zwarte zomen.
Daar de verzoenlijke Avond lag in vrome
Gepeinzen neer, op hare arm gebogen,
In licht opaal en klaar goud onvertogen,
En zag nadenklijk naar ’t verloren Rome…
Laag hoolt het al in schemering van duister;
Nu gruwt de steen der monumenten-luister,
Nu rijst de ziel der oude steding bloot.
’t Gekeldert’ leeft, ’t verbrokkeld puin gaat grimmen;
Miauwend gaan er om de wulpse schimmen,
Rumoerend nachtlijk door het Rome dood.