BERTOLD BRECHT – DIE DREIGROSCHENOPER (1934)

Bertold Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits dichter, auteur, toneelschrijver, toneelregisseur en literatuurcriticus. Zijn werk was sterk politiek geëngageerd. Brecht wordt gezien als de grondlegger van het episch theater. Hij werkte veel samen met de componisten Hanns Eisler en Kurt Weill. In 1933 vluchtte Brecht uit Duitsland en kwam na omzwervingen in de Verenigde Staten terecht. Hier zou hij later vervolgd worden wegens on-Amerikaanse activiteiten, waarna hij vertrok naar Oost-Berlijn. Met zijn stukken wil Brecht een spiegel voorhouden, hij wil de maatschappelijke structuur zichtbaar maken en laten zien dat die niet onveranderlijk is. Als we dat willen, kunnen we een betere, meer rechtvaardige wereld maken. Stukje bij beetje, door het creëren van inzicht, streeft Brecht een maatschappelijke omwenteling of vreedzame revolutie na. Zijn werk wordt in die tijd sterk beïnvloed door de ideeën van Marx en Hegel, waarbij hij zich had laten onderwijzen door Karl Korsch en Fritz Sternberg, twee onorthodoxe partij-ideologen waren. De revolutie die Brecht nastreefde was naar communistische snit.

In 1928 vindt de première van de Driestuiversopera plaats, een bewerking van een Engelse opera uit de 18e eeuw (The Beggar’s Opera). Brecht bewerkt de opera in samenwerking met Elisabeth Hauptmann, de muziek is van Kurt Weill. Met de Driestuiversopera behaalt Brecht een van zijn grootste successen – een succes dat ook daarna in Duitsland zelden meer is geëvenaard. De Driestuiversopera is een zeer maatschappijkritisch stuk waarin maatschappelijke verhoudingen aan de kaak worden gesteld. Brecht geeft af op de kloof tussen arm en rijk, de burgermansmoraal, corruptie en de vruchteloze pogingen van mensen om naar het goede te streven. Bekende zin uit de opera: ‘Eerst komt het vreten, dan komt de moraal’.

De Driestuiversopera is ondanks zijn titel geen opera in engere zin, maar een toneelstuk met 22 afzonderlijke zangnummers, die door toneelspelers gezongen kunnen worden en waarvoor dus geen geschoolde operazangers nodig zijn. Die Moritat von Mackie Messer is het bekendste lied uit de Driestuiversopera. Het stuk was bedoeld als sociale kritiek, waarbij de Londense onderwereld model stond voor het kapitalisme. Het stuk kreeg, zeker ook dankzij de jazz-achtige muziek van Weill, uiteindelijk vooral het karakter van een parodie. Het stuk speelt zich af in de penoze van de Londense wijk Soho, waar Macheath, alias Mackie Messer ofwel Mack the Knife, omgang heeft met Polly, de dochter van bedelaarskoning Peachum, en tegen diens zin met haar trouwt. Peachum probeert Macheath aan de galg te brengen. Macheath belandt in de gevangenis maar ontsnapt dankzij zijn relatie met Lucy, dochter van de politiechef. Peachum wordt woest en dreigt met een massale opkomst van bedelaars tijdens de kroning van de koningin. Brown wordt hier zo bang van dat hij Macheath alsnog laat oppakken. Macheath dreigt op het einde dan echt terechtgesteld te worden, maar krijgt op het laatste moment gratie van de koningin en wordt in de adelstand verheven. Eind goed, al goed: daarmee is duidelijk dat het maar een sprookje is.

De Driestuiversopera was zowel in Duitsland (waar hij door de nazi’s verboden werd) als daarbuiten zeer populair. Speciaal de Kanonen Song raakte een snaar bij veel toeschouwers. Het stuk werd in achttien talen vertaald, waaronder het Nederlands, en maakte als de Threepenny Opera furore op Broadway. De eerste Nederlandse Driestuiversopera ging al op 14 september 1929 in première in een opvoering van het Oost-Nederlands Toneelgezelschap met een vertaling van August Defresne. In 1931 werd het muziekdrama van Bertolt Brecht verfilmd, waarbij de muziek van Kurt Weill gebruikt werd. In mei 1959 werd de film in de bisocoop in Amsterdam voor de 1000ste keer vertoond, bij die voorstelling was de toegangsprijs drie stuivers voor alle rangen.

Begin 1933, in de bloeitijd van het nationaalsocialisme, wordt de opvoering van Brechts stuk ‘De Maatregel’ ruw verstoord door de politie. De organisatoren, waaronder Brecht, worden vervolgd wegens hoogverraad. Op 28 februari 1933, één dag nadat de Reichstag deels in vlammen is opgegaan, verlaten Brecht, zijn familie en vrienden Berlijn en vluchten naar Skovsbostrand in Denemarken. Hier zal Brecht vijf jaar blijven. In mei 1933 worden de werken van Brecht in Duitsland tot verboden literatuur verklaard, ze vallen ten prooi aan de boekverbranding. Brecht zal in 1939 uitwijken naar de VS en na de oorlog terugkeren naar Duitsland, waar hij een vooraanstaand lid wordt van de DDR.

Verlag Allert de Lange geeft in 1934 binnen haar Duitstalige bibliotheek Die Dreigroschenoper uit.
.

.

Dit item was geplaatst door Muis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: