GORÉE (1617-1677) – 001

Goree met Nassau 1628 en Orange 1639Gorée is een eiland op drie kilometer van Dakar, voor de kust van Senegal. Over de oorsprong van de Franse benaming Gorée bestaan twee versies. Volgens de ene versie is het eden Franstalige verbastering van de eerdere Nederlandse naam Goeree, een verwijzing naar het voormalige Zuid-Hollandse voormalig eiland Goeree. In de tweede versie is het afgeleid van het ook Nederlandse ‘Goe Ree’ ofwel Goede Rede, wat de betekenis van ‘Goede Haven’ Heeft. De oorsprong van de naam verwijst dus naar het kortstondige Nederlandse verblijf. Het eilandje, dat oorspronkelijk Barsaguiche heette en maar 900 meter bij 300 meter groot was, werd in 1444 door de Portugese kapitein Dinis Dias ontdekt. Deze Diaz maakte in dienst van Hendrik de Zeevaarder minimaal twee reizen naar de Afrikaanse kust. In 1442 bereikte hij Kaap Blanc in het huidige Mauritanië. In 1444 verkende hij de westelijkste punt van Afrika (het huidige Guinea en Senegal) en ontdekte de Kaapverdische Eilanden en het eilandje Barsaguiche, dat hij de naam Ilha de Palma gaf. Dinis Dias was de eerste Portugese ontdekkingsreiziger die de opdracht kreeg om gericht op slavenvangst te gaan om daarmede de hoge kosten van de Portugese ontdekkingsreizen ge compenseren. Opdrachtgever Hendrik de Zeevaarder (1394-1460), de derde zoon van de Portugese koning, was overigens zelf alles behalve een groot reiziger, maar vooral de grote initiator en financier van veel reizen. Hij gaf de aanzet voor het Portugese wereldrijk én de Europese bemoeienis met de slavenhandel. In 1536 werd door de Portugezen op Ilha de Palma een slavernijhuis opgericht.

Eind zestiende eeuw lukte het Britse en Nederlandse zeelui steeds vaker het Spaanse en Portugese monopolie op scheepvaart en handel in het Atlantisch gebied te doorbreken. Sinds het Verdrag van Tordesillas (1494) hadden beide landen die trans-Atlantische scheepvaart en handel onderling verdeeld, in 1529 werd door middel van her verdrag van Zaragoza ook de Aziatische wereld door Spanje en Portugal onderling opgedeeld. Andere Europese landen, de Britten en Nederlanders voorop, wisten er steeds vaker voor te zorgen dat eerst Spaanse en Portugese havens voor hen geopend werden, later wisten ze steeds Gorée en fortenvaker havens op hen te veroveren om voor de aanvoer van zout, suiker en delfstoffen die niet van Iberische havens afhankelijk te zijn.

In 1588 wisten Nederlanders Ilha de Palma al korte tijd te bezetten, maar de Portugezen wisten al weer snel te verdringen. In 1617 kochten Nederlanders een schappelijk bedrag het eiland van Koning Betam van de Lebu, een stam in West-Senegal, en gaven het eiland de naam Goeree, die met enige aanpassing zou overleven. Een tijdland was Goeree in handen van de West-Indische Compagnie (WIC), die het eiland zag als een voortreffelijke basis om de handel in het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan te controleren. Er werd door de Nederlanders direct begonnen met het bouwen van Fort-Nassau op een basaltrots. Even leek het er op dat het fort geen lang leven beschoren was, want in 1629 werd het eiland door lokale leiders weer teruggeven aan de Portugese kroon, die direct opdracht gaf de defensieve werken te verwijderen. Enkele jaren later wisten de Nederlanders het eiland echter te heroveren, herbouwde en verstevigde het Fort Nassau en bouwde op de punt van het eiland, bij de haven een tweede fort, Fort Oranje.

Behalve door handelaren werd Goeree ook veelvuldig bezocht door piraten en allerlei avonturiers, die onder meer handelden in ivoor, leer en noten die van Afrikaanse stammen werden afgenomen. Al snel werd echter de handel in ‘menselijke handelswaar’ steeds belangrijker. Het tijdperk van de slavenhandel bereikte haar hoogtepunt. Van de 16e tot de 19e eeuw zou Gorée een van de centra van de trans-Atlantische slavenhandel zijn geweest. Daarmee werd het eiland eind 17e eeuw een aantrekkelijke prooi voor de Britten en Fransen.

In 1650 wisten de Franse het eiland even te bezetten, maar ze werden weer even snel door de Nederlanders verdreven. Op 23 januari 1663 verloren de Nederlanders het eiland opnieuw toen de Engelse admiraal Robert Holmes Gorée veroverde. Op 11 oktober 1664 slaagde Michiel de Ruyter er in de Jacob van der Schley - Gorée 1772Britten weer te verdrijven. In november 1677 ging het eiland definitief voor de Nederlanders verloren. Het eiland kwam in handen van Frankrijk nadat admiraal Jean d’Estrées het eiland binnenviel. Binnen enkele jaren werden de oude Nederlandse fortificaties gerenoveerd en herdoopt van Fort Nassau en Fort Oranje in Fort Saint Michel en Fort Saint François.

In 1758 werd Gorée weer Engels, maar de Engelsen moesten het als gevolg van het Verdrag van Parijs (10 februari 1763) weer teruggeven. In dat verdrag werd de Zevenjarige Oorlog beëindigd, wat de verzamelnaam was van een reeks oorlogen tussen 1756 en 1763 in Europa en zijn koloniën. De vrede leverde de Engelsen grote gebiedswinst op in de koloniën, onder meer kwamen bijna alle Franse en veel Spaanse bezittingen in Noord-Amerika (onder andere Canada en Florida) in Engelse handen. Ook in Azië maakte de Britten winst ten koste van de Fransen en Spanjaarden. De teruggave van Gorée was een kruimel voor de Fransen in vergelijking met hun enorme verliezen elders. Na de val van Napoleon voegde de Fransen Gorée bij hun kolonie Senegal. Gorée werd toen een belangrijk commercieel en militair centrum en werd een van de Vier Gemeenten, de verzamelnaam van de vier oudste koloniale steden in Senegal (Saint-Louis, Dakar, Gorée en Rufisque), die in de periode 1848-1940 enige malen welen even veel keer geen vertegenwoordiger had in de Nationale Vergadering van Frankrijk. Op 16 maart 1914 werden de inwoners van de Vier Gemeenten per decreet uitgesloten van de Code de l’indigénat, waarmee in het Franse koloniale rijk de inferieure status van de inlandse bevolking werd bevestigde. Tweeënhalf jaar later kregen de inwoners via de Wet Diagne (29 september 1916) volledige Franse burgerrechten, wat heel mooi en vooruitstrevend klink, maar vooral inhield dat de mannen dienstplicht hadden en dus konden worden ingezet als kanonnenvlees in de Tweede Wereldoorlog.

Gorée staat sinds 1978 op de werelderfgoedlijst van UNESCO, niet omdat het door de mengeling van invloeden van Portugese, Nederlandse, Britse en Frans overheersers een apart karakter heeft met felgekleurde huizen, Arabische invloeden in de architectuur en bezienswaardigheden als de basaltrots gemonteerde kanonnen van de Franse kruiser Vergniaud. Het staat op de lijst omdat het zo belangrijk zou zijn geweest in de Trans-Atlantische slavenhandel. De grootste bezienswaardigheid daarvan is het Maison des Esclaves, waarvan gezegd wordt dat dit het enige overgebleven slavenhuis op het eiland is, maar waarvan onderzoek heeft uitgewezen dat het huis, gebouwd in 1784, bezit was van een welgesteld paar met enkele huisslaven. Vanaf Gorée zouden wel slaven zijn getransporteerd, maar het eiland zou bij lange na niet het belangrijke transitoord voor slaven op weg naar Amerika zijn geweest waarvoor het nu doorgaat.

Gorée Gorée Slavernijmuseum

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: