ERNST KNAACK
Ernst Knaack (Berlijn, 4 november 1914, Brandenburg, 28 augustus 1944) werd in 1928 van de Kommunistischen Jugendverband Deutschlands (KJVD), waarvoor hij zich in het district Prenzlauer Berg bezig ging houden met propaganda en agitatie. Dat betekende onherroepelijk dat hij vanaf januari 1933 toen de NSDAP aan de macht kwam intensief betrokken werd bij de strijd tegen het nationaalsocialisme. IN 1935 werd hij als 21-jarige voor het eerste gearresteerd en op 2 oktober 1936 door de Rechtbank Berlijn tot een gevangenisstraf van twee jaar veroordeeld. Na zijn vrijlating werd hij lid van de illegale verzetsorganisatie van Robert Uhrig. Op 26 maart 1942 werd hij door de Gestapo voor de tweede maal gearresteerd en toen overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen. Daar werd hij opgesloten tot zijn proces. Op 6 juli 1944 werd hij door het Volksgerichtshof tot de doodstraf veroordeeld. In het Tuchthuis Brandenburg werden in de periode 1940-1945 door de nazi’s 1.807 politieke gevangenen om het leven gebracht. Daarvan waren 75 jonger dan twintig jaar, eentje was zelfs slechts zestien jaar oud.
Over de toen 29-jarige Ernst Knaack werd in het droge ambtelijke jargon vermeld: ‘De veroordeelde werd, met de armen op de rug vastgebonden, door twee bewakers om 12.36 uur binnengebracht. De beul Röttger uit Berlijn en zijn drie assistenten stonden klaar. Ook aanwezig was de gevangenisarts, Reg. Med. Rat. Dr. Müller. Nadat was vastgesteld dat degene die was binnengebracht inderdaad de veroordeelde was, werd opdracht gegeven verder te gaan met de procedure. De gevangene, rustig en geconcentreerd, werd zonder verzet naar de guillotine gebracht, waarna de beul de onthoofding volbracht en liet weten dat het vonnis met succes ten uitvoer was gebracht. De executie, vanaf het moment dat de veroordeeld werd binnengebracht tot de aankondiging van de beul dat het vonnis was uitgevoerd, duurde in totaal zeven seconden’.
Wilhelm Röttger (1894-1946) was vanaf november 18941 toen hij benoemd werd tot beul, een van de beruchtste nazibeulen. Van de ruim 16.000 executies die in het Derde Rijk plaatsvonden, werden er 11.881 uitgevoerd door slechts drie beulen. Johann Reichhart in München, Ernst Reindel in Magdeburg en Wilhelm Röttger in Berlijn. Waarbij Röttger het dubbele aantal van dat zijn de beide illustere collega’s voor zijn rekening nam. In 1946 werd hij ontdekt in een ziekenhuis in Hannover waarheen hij gevlucht was. Kort daarbij overleed hij in de gevangenis van Hannover.
In een afscheidsbrief aan zijn broer had Ernst Knaack laten weten dat hij had opgehouden te leven, maar zijn leven niet als compleet beschouwde omdat hij nog graag verder had geleefd. Hij had nog zoveel plannen en had gehoopt in zijn verdere leven nog zoveel te verwezenlijken. Zijn leven was nu door plotselinge, brute kracht beëindigd. De dood maakte een abrupt einde aan zijn leven, maar, voegde hij eraan toe, hij kon niet anders leven dan hij had gedaan.
In de Berlijnse wijk Prenzlauer Berg werd na de oorlog een straat naar hem genoemd. De Knaackstraße staat haaks op de naam Siegfried Sredzki vernoemde straat. Iets verderop, aan de Greifswalderstraße stond het Ernst Knaack Jugendheim, dat onder de naam Knaack-Klub bekend werd als alternatieve muziektempel. In de nabijheid ook het monument ter ere van de twee antifascisten Ernst Knaack en Siegfried Sredzki. Hij wordt ook genoemd in de ringmuur van het gedenkteken voor vermoorde socialisten op het kerkhof Berlin-Friedrichsfelde in het centrum van de stad.