JULES MOHR (75)

Julius Josephus Mohr (Haarlem, 1 februari 1893 – Buchenwald, 5 februari 1945) haalde op 19 december 1919 zijn vliegbrevet en was vanaf 1922 in dienst van de KLM, werkzaam in Parijs. Op 22 november 1923 trad hij in Rotterdam in het huwelijk met Jansje Cornelia van der Hilt (Charlois, 4 mei 1889). Binnen de Nederlandse kolonie in de Franse hoofdstad was hij blijkbaar een graag gezien iemand. In de meidagen van 1940 werd in Parijs door de Nederlandse gezant de Association de Seours aux Réfugiés Néerlandais opgericht. Het werd natuurlijk al snel duidelijk dat er niet alleen min of meer officiële vluchtelingen waren, maar dat er ook allerlei anderen personen geholpen moesten worden. Personen die een hoog risico hadden om gearresteerd te worden. Er werd daarom een afsplitsing van deze illegale activiteiten gedaan, waarvan Jules Mohr de leiding kreeg.

In 1943 raakte Mohr hierdoor betrokken bij het netwerk Dutch-Paris en hielp onder meer mee om piloten via Spanje te laten terugkeren naar Groot-Brittannië. Hij werkte daar samen met Jean Weidner, diens zuster Gabrielle Weidner, de diplomaat Johan Laatsman en de verzetsmannen Benno Nijkerk en Jan Doornik. Hij stond ook in contact met R.H.M. Verspyck, die in Parijs voor Unilever werkte, en diens dochter Mathilde Verspyck. Op 18 juli 1944 bevrijdden de geallieerden bij Normandië de steden St-Lo en Caen en staan nog maar tweehonderd kilometer van Parijs af. Die dag werd Mohr gearresteerd en opgesloten in het Polizeihaftlager Compiègne, dat ook bekend stond als Kamp Royallieu of Frontstalag 122. Ook andere Nederlandse verzetsmannen zoals Jacob Brantsen zaten hier een tijdje opgesloten. Het was een interneringskamp en ook een van de grootste doorgangskampen in Frankrijk. Hier zijn in de periode 1941-1944 ongeveer 54.000 Joden, verzetsstrijders, militante vakbondsleden, politici en andere vervolgden opgesloten. Bijna allen werden daarna gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen zoals Auschwitz, Dachau, Mauthausen en Buchenwald. In Royallieu bevond zich ook het Joodse Kamp C, dat al een vernietigingskamp op zich was vanwege de honger en de ziekte die er heersten. Tot 2008 was er weinig bekend over het interneringskamp Royallieu tot een eerste historische studie verscheen. Er bevindt zich nu een museum en documentatiecentrum in de originele kampgebouwen.

Op 20 augustus 1944, toen de geallieerde troepen naderde, werd het kamp ontruimd en werd Mohr afgevoerd naar hert concentratiekamp Buchenwald. Daar overleed hij op 5 februari 1945, enkele dagen na zijn 52e verjaardag. Waarschijnlijk verdween zijn stoffelijk overschot in een van de vele massagraven in dit kamp. Op 20 mei 1950 werd Julius Josephus Mohr postuum het Verzetskruis 1940-1945 toegekend. Julius Mohr staat vermeld op een van de gedenkplaten op de Nederlandse erebegraafplaats Orry-la-Ville, dat is aangelegd door de Oorlogsgravenstichting en de Franse autoriteiten en op 3 mei 1958 werd geopend. Hier bevinden zich 114 graven van Nederlanders die tijdens de oorlog in Frankrijk om het leven kwamen. Er zijn ook in het ereportaal een aar gedenkplaten met de namen van 108 Nederlandse slachtoffers die elders begraven liggen of vermist zijn. Op twee platen staan de namen van militairen die omkwamen bij de torpedering van het SS Pavon bij Duinkerken op 20 mei 1940. Op de andere gedenkplaat van de verzetsbeweging Union Patriotique Néerlandaise, waarvan Jean Weidner de voorzitter was, staan de namen van Nederlandse verzetsstrijders in Frankrijk en van Nederlandse verzetsstrijders die omkwamen tijdens hun doortocht door Frankrijk.

ereveld orry-la-ville ereveld orry-la-ville 2

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: