DE ORDEDIENST 2

De interne beveiliging van de Ordedienst en van andere verzetsorganisaties uit het begin van de oorlog was allesbehalve waterdicht. Op 3 april 1941 was Johan Westerveld al gearresteerd. Zijn plaatsvervanger Pierre Versteegh werd op 12 september 1941 gearresteerd en zijn opvolger Joan Schimmelpenninck werd op 13 november 1941 opgepakt. De vierde man die de leiding had, Anton Abbenbroek, ging op 6 maart 1942 richting gevangenis in Scheveningen. Vanaf dat moment zat de Ordedienst een tijdlang zonder algehele leiding. Eind maart 1942 worden 65 leden van de Ordedienst door de Duitsers gevangen gehouden. End maart begon in hotel de Witte op de Amersfoortse Berg, vlak bij Kamp Amersfoort het zogenaamde Eerste OD-proces, waarbij door de Duitse Sicherheitsdienst (SD) leden van drie verzetsorganisaties voor de rechtbank worden gebracht: de Ordedienst, de Delftse Mekel-groep en de Schoemaker-groep. Verder werden dertien beroepsofficieren berecht, die ondanks het ondertekenen van de erewoord-verklaring buiten een georganiseerd verband verzet hadden gepleegd.

De Mekel-groep was een verzetsgroep die onder leiding stond van de Delftse professor Jan Mekel. Die had contacten met enkele Nederlandse officieren die lid waren van de Ordedienst. Deze waren in het bezit van een aktetas met geheime Duitse documenten, doordat een van hen, Goris Mante,, een inspecteur voor de scheepvaart en voormalig onderzeebootcommandant, deze aktetas in de zomer van 1940 ergens had gevonden of (wat waarschijnlijker is) van een Duitse officier had gestolen toen hij deze moest begeleiden. Een wat lichtzinnige daad die zware gevolgen zou krijgen. De papieren bevatten namelijk uitgewerkte plannen voor een invasie van Engeland. De Mekel-groep zou helpen de belangrijke gegevens naar Engeland te versturen, maar het is niet bekend of ze daar ooit zijn aangekomen.Op 4 juli 1941 werd namelijk bijna de gehele Mekel-groep opgepakt, na te zijn verraden door een van hun leden, de negentienjarige Hugo de Man (1922 – Delft, 14 augustus 1941). De Man was lid van de Mekel-groep, had daarvoor gewerkt voor de Luchtbeschermingsdienst en was portier van De Bol, een hotel in Delft dat de vaste uitvalsbasis was voor een verzetsgroep: de Schoemaker-groep. Ook leden van andere verzetsclubs kwamen daar echter om te overleggen over acties en het uitwisselen van informatie en karweitjes. Er ontstond dus al snel een probleem rondom de veiligheid. Dat werd nog erger omdat bijvoorbeeld De Man openlijk sprak over zijn daden in het verzet en regelmatig de vermommingen toonde die hij gebruikte. Hij was bovendien een kleine crimineel, wat nog eens extra risico’s op arrestatie met zich meebracht. Het onvermijdelijke gebeurde; op 9 mei 1941 werd De Man vanwege de diefstal van vet opgepakt, waarna er in zijn woning een wapen en een vals persoonsbewijs werden gevonden. De Duitsers wisten nu dat hij in het verzet zat. Tijdens één van de verhoren sloeg hij door en vertelde wie nog meer lid waren van de Mekel-groep en vertelde alles wat hij wist over de aktetas van Mante aan de Duitsers. Vanaf dat moment werkte hij als dubbelspion voor de Duitsers. Professor Schoemaker, die begin vlak daarvoor al was gearresteerd,  wist vanuit de gevangenis waarschuwingen naar buiten te smokkelen naar zijn collega Mekel, maar die vertrouwde De Man blindelings en kon actief blijven in de Mekel-groep. Op 4 juli werd de gehele Mekel-groep opgepakt, in augustus 1941 volgden de officieren die met Mekel in contact waren geweest. Op 14 augustus 1941 werd De Man voor zijn verraad oor verzetsleden geliquideerd. Slechts twee leden van de Mekel-groep ( Pieter Pronk, Leen Janse) zouden de oorlog overleven; Frans van Hassel was al in 1940 gearresteerd en zou in september 1942 in Buchenwald overlijden.

De volgende leden van de Mekel-groep werden bij het Eerste OD-proces veroordeeld en ter dood gebracht:
– Abraham Isidore Cohen, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Peter Cornelis Groenewege, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
Jan Mekel, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jacob Gerardus Hogetoorn, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Emile Louis Katan, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jacobus Cornelis Antonius Metzer, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Mr. Ernest August Kan, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Sietze Jan van der Velde, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Hendrik Johan van Zadelhoff, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Ir. Boelo Koens, 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.

De volgende officieren van de Ordedienst werden bij het Eerste OD-proces veroordeeld en ter dood gebracht:
– Isaac Helenus  Bolman, 23 augustus 1943 overleden in krijgsgevangenschap in Duitsland
– Goris Mante, 25 september 1942 geëxecuteerd in Overveen
– Josephus Dionisus Gerardus Thijssen, 25 september 1942 geëxecuteerd in Overveen
– Rudolf Abraham Hueting, 25 september 1942 geëxecuteerd in Overveen
– Antonius Johannes Wagner, 25 september 1942 geëxecuteerd in Overveen
– P.C. Groenewege, 25 september 1942 geëxecuteerd in Overveen

De Schoemaker-groep was een verzetsgroep die onder leiding stond van de Delftse hoogleraar Richard Schoemaker (Roermond, 5 oktober 1886 – Sachsenhausen, 3 mei 1942), een schermer en hoogleraar architectuur bij de faculteit bouwkunde van de Technische Hogeschool Delft. Hij was vanaf 1905 als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie actief in diverse sporten, vooral de schermsport. In 1908 nam hij deel aan het schermen bij de Olympische Spelen in Londen,waar hij strandde in de tweede ronde. Na de Spelen vertrok hij naar Nederlands-Indië, waar hij hoogleraar bouwkunde werd aan de Technische Hogeschool (THS) in Bandoeng. In Delft was hij lid van de Vrijmetselaarsloge Loge Silentium en lid van de Raad der Vereniging van de De Nederlandsche Padvinders. Vlak na het begin van de Duitse bezetting richtte Schoemaker een verzetsgroep op, die spioneerde en verzamelde wapens. De Schoemaker-groep stond los van de Ordedienst, maar had wel contact met de Merkel-groep Mekel omdat enkele Delftse studenten bij deze twee verzetsgroepen betrokken waren. Ook had men contact met de in augustus vanuit Engeland gedropte Nederlandse spion Lodewijk van Hamel (Nieuwersluis, 6 juni 1915 – Hilversum/Bussumerheide, 16 juni 1941)die na een mislukte dropping al in 13 oktober 1940 was opgepakt en in juni 1941 werd gefusilleerd. Begin 1941 werd het grootste deel van de Schoemaker-groep opgepakt, de rest volgde na het verraad door Hugo de Man. Twee leden van de groep, Charles Hugenholtz en Jan van Blerkom, hebben daarna als represaille De Man geliquideerd. Ze nodigden Hugo de Man uit op het onderduikadres van Van Blerkom, gaven hem een klap op zijn hoofd en smoorden hem met een kussen. Ze dumpten het lijk in een vijver in het Agnetapark. Op 22 augustus kwam het lijk bovendrijven. Daarna werd er door de Duitsers 5000 gulden op zijn hoofd gezet. Charles Hugenholz (Borculo, 23 maart 1915 – bij Gibraltar, 3 juni 1942) ontsnapte, bereikte Barcelona en wilde naar Gibraltar waren om zich bij het Britse leger aan te melden. Eenmaal bij Gibraltar bleek het niet toegestaan het schip te verlaten. Hij zag vier andere Nederlanders overboord springen en door Britten gered worden. Toen er even later een Brits corvet aankwam, besloot hij dat voorbeeld te volgen. Er is nooit meer iets van hen vernomen. Jan van Blerkom (Vlissingen, 2 januari 1918 – Noordzee, november 1941) verging het niet beter. Hij bleef nog even in Delft en besloot op 14 november 1941 samen met een vriend (beiden waren zeer ervaren roeiers) in een vouwkano naar Engeland te varen. Hun kano was onder de pier in Scheveningen verstopt. Ze zijn nooit aangekomen. Van de Schoemaker-groep is verder slechts één naam bekend: Arie Jan Willem Stoppelenburg (Lekkerkerk, 5 juli 1901 – Waalsdorpervlakte 23 februari 1942), een vertegenwoordiger te Rotterdam. Hij werd op 25 juni 1941 gearresteerd wegens ‘samenstelling en verspreiding van Vrij Nederland en andere tegen Duitschland gerichte geschriften’. Hij werd opgesloten in het Huis van Bewaring in Scheveningen (Oranjehotel) en werd op 23 februari 1942 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Hij ligt begraven op het ereveld Loenen in Apeldoorn. 

De volgende leden van de Schoemaker-groep werden bij het Eerste OD-proces veroordeeld en ter dood gebracht:
– Herman Bolt (Groningen,, 1913), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.

– Eddy van Groningen (Deventer, 1921), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Richard Leonard Arnold Schoemaker (Roermond, 1886), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jan van Slooten (Rotterdam, 1917), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.

Op 3 april 1942 eindigde het proces en op 8 april 1942 deed het Kriegsgericht Luftgau Holland uitspraak: 72 van de 86 gevangen leden van de Ordedienst en Schoemaker-groep werden ter dood veroordeeld. De uitspraak van de leden van de Mekel-groep was er nog niet. In Utrecht werden op zaterdag 11 april 1942 62 doodvonnissen bekrachtigd, de overige doodvonnissen werden omgezet in levenslang tuchthuisstraf. Van de Mekel-groep waren inmiddels ook 10 man ter dood veroordeeld. Daarna gingen de 72 veroordeelden per trein naar concentratiekamp Sachsenhausen en rechtstreeks naar de Industriehof geleid. Daar werden ze op 3 mei 1942 man voor man met een schot in de nek afgemaakt. Man voor man werd ook nagezien of zij gouden tanden in de mond hadden; die werden er dan met tangen uitgebroken. De lijken werden gecremeerd. Vanwege de 72 slachtoffers wordt dit eerste OD-proces ook wel het Proces der 72 genaamd.

De volgende officieren van de Ordedienst werden bij het Eerste OD-proces veroordeeld en ter dood gebracht:
– Isaak van Amstel (Alkmaar, 1903), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.

– Huibert van As (Haarlem, 1910), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Antonie Barnhard (Den Haag, 1918), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Evert Blijsie (Appelscha, 1896), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jacob Blokhuis (Alkmaar, 1891), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johannes Blom (Beekbergen, 1923), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Hendrik Boer (Bergambacht, 1895), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Christiaan Boers (Den Haag, 1882), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jacobus Christiaan Boogaard (Haarlem, 1904), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jasper Hendrik Boon (Zaandam, 1907), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Nelis van den Brink (Rhenen, 1899), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jacobus Alexander Willem Busé (Hardinxveen, 1891), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Florentius Jacobus Abraham Calkoen (Utrecht, 1883), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Abraham Isidore Cohen (Amsterdam, 1914), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Rokus van Dalen (Loosduinen, 1912), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johan Lambertus Gebben (Neuenhaus, 1913), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Karel George Hendrik Gerritsma (Rotterdam), 1919), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Cornelis Marius Hamaker (Soekaboemi, 1901), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johan Hendrik Heijer (Den Haag, 1900), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Joan Taco Hajo van den Honert (Langsa, Sumatra, 1915), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Cornelis Huiszoon (Veere, 1898), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jan Willem Kempff (Den Haag, 1902), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Henricus Franciscus Kilsdonk (Raamsdonk, 1920), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Herman Hendrik Kleinhout (Arnhem, 1916), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Hendricus Nicolaas Marinus Koot (Den Haag, 1912), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– André Gerard Christoph Locher (Den Haag, 1912), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jan van Meel (Rotterdam, 1915), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Henri Gerrit Pieter Molt (Den Haag, 1906), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johannes Clasinus Mulder (Utrecht, 1907), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Paul Nanninga (Den Haag, 1918), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johan Carel Arie Nout (Semarang, 1910), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Hermannus Johannes Offerhaus (Den Haag, 1907), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Cornelis van Otterlo(o) (Loosduinen, 1906), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Arend Pronk (Scheveningen, 1913), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– John E.W.T. Twiss Quarles van Ufford (Utrecht, 1889), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jan Herma.n Ronhaar (Meppel, 1888), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Stephanus Jacobus van Royen (Den Haag, 1899), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johannes Gerhardus Scharp (Amersfoort, 1913), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Thom van Slooten (Rotterdam, 1908), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Dirk Smit (Leiden, 1910), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jan Dirk Smit (Leiden, 1910), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Nikolaas Anthonius Gerardus van Spanje (Utrecht, 1888), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Martinus Hendricus Staamer (Schiedam, 1915), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Theodorus Antonius Maria van der Stap (Hengelo, 1914), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johannes Pieter Steenbergen (Breda, 1900), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Gijsbertus Johannes Suman (Haarlem, 1905), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Charles Gustave Ernst Ubbens (Nijmegen, 1888), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Heino Martinus Uhl (Groningen, 1905), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Philippus Uijthoven (Spaarndam, 1896), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
Pierre Marie Robert Versteegh (Kedoengbanteng, 1888), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Willem Louis Voncken (Maastricht, 1889), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Antoni de Vries (Kampen, 1885), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Robert Adolf de Vries (Buitenzorg, 1918), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Johannes Marinus van Wageningen (Den Haag, 1920), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
Johan Hendrik Westerveld (Haarlem, 1880), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Arnoldus Daniël Johannes Wiegand (?, 1922), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jacob Reinder Wiersum (Uithuizen, 1916), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.
– Jan Woltjer (Oegstgeest, 1918), 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.

Dit item was geplaatst door Muis.