IN DE SCHADUW VAN SCHINDLER

Kevin Prenger (1980, hoofdredacteur bij Traces of War) heeft met In de schaduw van Schindler. Jodenhelpers uit nazi-Duitsland zijn zevende boek gepubliceerd, waarvan de verhouding Duitsers en verzet tegen het nationaalsocialisme als rode draad te bespeuren is. Waarbij in de eerste drie boeken het begrip ‘verzet’ met de nodige voorzichtigheid moet worden bekeken. Dat waren namelijk biografieën van SS’ers die enerzijds volop meedraaide in de nazi-machinerie en de massamoord op Joden, socialisten, homoseksuelen, zigeuners, Jehova Getuigen en gehandicapten en anderzijds claimde betrokken te zijn in het Duitse verzet. Bij Kurt Gerstein (‘Een boodschapper uit de hel’) is een verzetsrol het minst twijfelachtig. Bij Konrad Morgen (‘Een rechter in Auschwitz’) was vooral sprake van een uiterst rechtlijnig jurist binnen het justitiële apparaat, maar hert betekende wel dat hij zijn hoofd behoorlijk ver boven het maaiveld uitstek. En dat is nooit een prettige positie. Hij overleefde het echter zonder noemenswaardige kleerscheuren, wat niet zonder betekenis is. Arthur Nebe (‘Het masker van de massamoordenaar’) was ronduit een massamoordenaar, die vanwege zijn passieve rol bij het complot van 20 juli 1944 (met de mislukte moordaanslag van Claus von Stauffenberg) en het feit dat ook hij dit met een doodstraf moest bekopen, ten onrechte lange tijd als verzetsheld werd gepresenteerd. Als iemand die per ongeluk verstrikt was geraakt in de afschuwelijke misdaden van het naziregime. De titel ‘Het masker van de massamoordenaar’ van Prengers boek spreekt boekdelen. In Meer dan alleen Auschwitz vertelt Kevin Prenger twaalf verhalen die de Holocaust beschrijven ‘vanuit een ander perspectief dan gebruikelijk’. Verhalen die makkelijk onafhankelijk van elkaar kunnen worden gelezen, maar tezamen een brede blik op verschillende facetten van de Jodenvervolging geven. Beter gezegd, de diverse manieren waarop door de Joodse bevolking met succes op allerlei ingenieuze en soms verbijsterende manieren werd geprobeerd in leven te blijven

In zijn nieuwste boek staan zes onbekende Duitsers centraal. Personen die ook in de donkerste tijden van het naziregime hun medemenselijkheid lieten prevaleren boven eigenbelang en haat. In het tweede deel van het boek gaat Prenger in op het gewelddadige karakter van het nationaalsocialistische regime, die het uiterst gevaarlijk maakte openlijk in verzet te komen. Hij citeert in dit verband de Britse historicus Ian Kershaw, die over de houding van de Duitsers ten opzichte van de massamoord o de Joden stelde: ‘De weg naar Auschwitz was gebouwd uit haat, maar geplaveid met onverschilligheid’. Hoe waar dit in zijn algemeenheid ook mag zijn, de kennis onder de bevolking wat hen te wachten stond als men zelfs maar kritiek had op de nazi’s of Adolf Hitler. Al enkele dagen nadat de nazi’s in januari 1933 aan de macht kwamen, werden door het hele land sociaal-demoraten en vooral communisten opgepakt. Na enkele weken werden ze opgesloten in de diverse concentratiekampen die in het gehele land werden opgezet. Zeker nadat de eerste gevangenen weer vrijkwamen en in hun omgeving vertelden hoe het daar in die kampen toeging, werd de schrik breed verspreid. Het laten vallen van het woord ‘Dachau’ was al goed voor de nodige paniek. Kortom, er was binnen die sfeer vanaf januari 1933, toen de Holocaust nog ver weg was, gigantisch veel moed nodig om tegen de nazi’s op te staan. Ondanks alle persoonlijke risico’s zijn er altijd mensen geweest die wel die moed konden opbrengen. Zelfs tot het einde van het nazibewind, toen de repressie steeds heftiger was geworden. Kevin Prenger haalt er nu een paar uit de vergetelheid.

Hermann Fritz Graebe

Hermann Gräbe met door hem geredde gevangenen uit Poltava, Oekraïne.

Tot 1 januari 2021 zijn slechts 641 Duitsers en 113 Oostenrijkers benoemd tot ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’. Een zeer schamel aantal op de 27.921 personen uit 51 landen die deze eer al ten deel was gevallen. Ter vergelijking: uit Nederland en Polen werden respectievelijk 5.910 en 676.177 inwoners tot Rechtvaardige benoemd. De Gedenkstätte Stille Helden in Berlijn, een gedenkplaats voor het verzet tegen de Jodenvervolging, schat dat er in werkelijkheid in Duitsland tienduizenden Jodenhelpers moeten zijn geweest. Wat logisch is, want voor iedereen die onderscheiden werd voor zijn hulp aan Joden, moesten minstens tien andere personen ook actief meehelpen om dat die ene persoon mogelijk te maken. Prenger heeft nu zes van de Duitse Rechtvaardige voor dit boek uitgekozen.

Een toch wat vreemde eend in de bijt is Gustav Schröder (1885-1959), die in maart 1993 de titel Rechtvaardige kreeg. Hij was de kapitein van de St. Louis, die in september 1939 vanuit Hamburg met 937 Duitse Joden uitvoer naar Cuba. Toen de meeste passagiers daar werden geweigerd en ook andere landen de vluchtelingen weigerde op te vangen, was hij wel gedwongen terug te keren naar Europa. Op die tocht eiste hij van de bemanning dat de Joodse passagiers met respect werden behandeld en hij stond ook toe dat ze aan boord hun religieuze diensten konden houden. Hij stemde er ook mee in dat in de balzaal het grote portret van Hitler werd verwijderd. Op de terugtocht dreigde een soort muiterij onder de wanhopige passagiers. Er werd ook massaal gedreigd met zelfmoord, want niemand wilde terugkeren naar Duitsland. De kapitein nam ten contact op met zijn superieuren in Hamburg, die op hun beurt in overleg ging met enkele Joodse organisaties, waaronder het Joint Committee. Die regelde onderling dat de resterende 907 passagiers in Antwerpen van boord konden gaan. Van daaruit vertrokken de meesten naar andere Europese landen. Later onderzoek wees uit dat van hen uiteindelijk toch 254 personen in Auschwitz en Sobibor zijn vermoord. Daarna wilde Schröder een andere trans-Atlantische tocht maken, om in New York Amerikanen op te halen voor vakantiecruises in het Caraïbisch gebied. Bij de vierde trip eind augustus mochten de passagiers niet meer boord komen en op 28 augustus kreeg hij opdracht vanwege de toenemende spanningen in Europa naar de thuishaven terug te keren. Gedurende de terugvaart verklaarden Frankrijk en Engeland in september 1939 de oorlog aan Duitsland. Hij moest nu eerst uitwijken naar Moermansk en kwam uiteindelijk op 1 januari 1940 terug in Hamburg, na alle geallieerde patrouilles handig te hebben omzeild. Hij kreeg in Hamburg een kantoorbaantje en zou nooit meer uitvaren. Hij schreef zijn memoires over zijn scheepvaartcarrière, die in 1941 als Fernseh und Heimweh werden uitgegeven. Dat boek werd na de oorlog door de bezettingsmachten op de lijst van verboden publicaties gezet, omdat de KdF-cruises hierin erg werden geprezen. De boeken werden uit de bibliotheken verwijderd en vernietigd. Kraft durch Freude (KdF) was onderdeel van het Deutsche Arbeitsfront, de nationale Duitse arbeidsorganisatie die voor de oorlog trouwe partijleden voor hun prestaties met leuke uitstapjes en vakanties. Dat portret van Hitler hing niet voor niets prominent in de balzaal. Het is duidelijk dat een minder menslevende en tolerante kapitein ervoor had kunnen kiezen onmiddellijk terug te gaan naar Hamburg. Schröder nam contact op met de directie in Hamburg, die vervolgens het besluit nam de mensen in het veilige Antwerpen af te zetten. Wat had de kapitein gedaan als zijn maatschappij had verordonneerd met de passagiers terug te keren naar Duitsland? Een zeer correcte man, maar hoe groot is het heldendom nu in feite?

Maria von Maltzan

Maria von Maltzan

Bij de andere vijf personen hoeft deze vraag niet te worden gesteld. Armin Wegner (1886-1978) was al lang voor de nazi’s aan de macht kwamen een bekend voorvechter van de mensen-rechten. Hij had in het Osmaanse Rijk getuigen geweest van de genocide op de Armeense bevolking. Toen in de twintiger jaren de nationaalsocialisten opkwamen waarschuwde hij voor de antisemitische politiek die zij voorstonden en sprak de vrees uit dat het tot een nieuwe genocide kon leiden, maar ook grote schade voor Duitsland zou betekenen. Nadat hij begin dertiger jaren was opgepakt en een tijd was opgesloten in een concentratiekamp, vluchtte hij naar Italië. Bij Wegner werd afgezien van de eis dat om tot Rechtvaardige te worden benoemd men aantoonbaar Joden heeft gered, omdat hij vanaf het prille begin luid en duidelijk tegen de NSDAP had geageerd. Hermann Gräbe (1900-1986) was een bouwkundige, die aanvankelijk positief tegenover Hitler stond, hoewel het antisemitisme van diens partij hem tegenstond. Omdat hij het opnam voor Joodse zakenpartners kwam hij in 1938 in conflict met de partij. In augustus 1941 werd hij door Organisation Todt aan het werk gezet in Oekraïne om verdedigingslinies te bouwen en ge werken aan een betere infrastructuur. Dan ziet hij in welke genocidale fase de Jodenvervolging is ingegaan. Gräbe ontpopt zich als een tweede Oscar Schindler door via vervalste papieren zo veel mogelijk Joden aan werk te helpen en zo te behoeden voor deportatie naar de nabijgelegen concentratiekampen. Otto Weidt (1883-1947) was de blinde eigenaar van een werkplaats voor blinden in Berlijn, die al in de twintiger jaren nauw betrokken is bij allerlei anarchistische en pacifistische kringen. Na 1940 stelt hij alles in het werk om zijn Joodse personeelsleden te behoeden voor deportatie. De Wehrmacht is een van de belangrijkste klanten van de koelbloedige Weidt. Zijn belangrijkste helpster was Hedwig Porschütz, een prostitué die vanwege dat beroep pas zeer laat erkenning heeft gekregen voor haar activiteiten. De werkplaats van Weidt is nu een museum te zijner ere. Ludwig Wörl (1906 – 1967) was een timmerman, die in München pamfletten verspreidde om publiekelijk te maken hoe erbarmelijk slecht de gevangenen in Dachau werden behandeld. Hij kwam hierdoor al in 1934 zelf in dat kamp terecht. Binnen het kamp ontwikkelde hij zich tot paramedicus en regelde allerlei verzetsactiviteiten. Later werd hij getransporteerd naar Güntergrube, een werkkamp bij Auschwitz. Daar zorgde hij voor de 600 Joodse gevangenen. Maria von Maltzan (1909-1997) was een gravin en dierenarts, die in haar praktijk een stroom aan Joden aan tijdelijk onderdak voorzag. Al vanaf de dertiger jaren was ze een fel tegenstandster van de nationaalsocialisten. Ze zorgde midden in de oorlog ook voor ontsnappingen van Joden naar Zweden, die ze hoogstpersoonlijk vanuit Berlijn naar het vrije Zweden hielp. Een indrukwekkend portret.

Kevin Prenger sluit af met een deel 4, waarin wordt geprobeerd het ‘DNA’ van de Duitse Jodenhelper op te maken en tot slot gaat hij kort in op de late erkenning die de Duitse en Oostenrijkse verzetsmensen kregen. Terecht merkt hij in dit de loop dat het zeker voor de jonge Duitse generaties van groot belang is te weten dat de oorlogsgeneratie niet alleen maar bestond uit daders of passieve omstanders, maar dat er ook velen waren die wel verdraagzaam waren, die opkwamen voor minderbedeelden en vervolgden.

In de schaduw van Schindler.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Kevin Prenger
In de schaduw van Schindler. Jodenhelpers uit nazi-Duitsland
Just Publishers, 2022
97.890.89757.24.1

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: