DE FRANS-PRUISISCHE OORLOG 7 – DE LULUSTEIN

De Frans-Pruisische Oorlog (vaak de Frans-Duitse Oorlog genoemd) werd tussen 19 juli 1870 tot 10 mei 1871 gevoerd tussen Frankrijk en een coalitie van Noord-Duitse Bond en enkele Zuid-Duitse koninkrijken, onder de leiding van het koninkrijk Pruisen. De oorlog betekende het eind van het Tweede Franse Keizerrijk, de afzetting van de Franse keizer Napoleon III en de oprichting van het Duitse Keizerrijk. Er wordt gezegd dat zonder deze Frans-Pruisische oorlog er ook geen Eerste Wereldoorlog zou zijn geweest en zonder die Eerste Wereldoorlog geen Tweede Wereldoorlog. Aan de oorlog gingen een paar conflicten vooraf (de Duitse Oorlog in 1866, de Luxemburgse Kwestie in 1867 en de Spaanse troonopvolging in 1870), die allemaal in het teken stonden van de opkomende macht van Pruisen en haar bondgenoten en de Franse vrees de suprematie op het Europese vasteland te verliezen. Na de oorlogsverklaring op 19 juli 1870 vonden op 2 augustus de eerste gevechtshandelingen plaats met de inname van Saarbrücken door de Fransen, waarvan de Vlaamse journalist en schrijver August Snieders in 1872 in zijn Gedenkboek van den oorlog in 1870 en 1871, uitgebreid verslag deed.

Snieders maakt in zijn verslag melding van een telegram dat keizer Napoleon III (1808-1873) op 2 augustus 1870 naar keizerin Eugénie (1826-1920) had gestuurd en tot haar grote ontevredenheid ook onmiddellijk openbaar had gemaakt. Deze Spaanse gravin Eugénie de Montijo, die voluit de indrukwekkende titel had van María Eugenia Ignacia Augustina Palafox de Guzmán Portocarrero y Kirkpatrick, 9e gravin van Teba, zou de laatste keizerin van Frankrijk worden. Ze had een indrukwekkend en lange stamboom, dit in tegenstelling tot die van haar echtgenoot waarvan de familie tot 1795 slechts een bescheiden rol speelde in Genua en Corsica. Theresia werd van jongsaf opgevoed om in hoge kringen te verkeren en frequenteerde alle bals en evenementen on een geschikte echtgenoot aan de haak te slaan. Op 13 januari 1853 huwde ze met Napoleon, die dit huwelijk slechts was aangegaan om te zorgen voor een opvolger in de Bonaparte-dynastie. Van haar kant zal het ook een puur rationele overeenkomst zijn geweest. Het echtpaar kreeg een zoon, Napoleon Eugène Lodewijk Bonaparte. Napoleon III was na de geboorte van zijn zoon nog maar amper geïnteresseerd in Eugénie en stortte zich in buitenechtelijke escapades. Tijdens haar zwangerschap droeg Eugénie en hoepelrok, die daardoor in heel Europa in de mode kwam. Door haar levensstijl en de kunstenaars die ze daarvoor inschakelde had ze een grote invloed binnen de toenmalige modewereld en decoratieve kunst. Haar verzameling juwelen moet indrukwekkend zijn geweest; een deel is nog steeds in het Louvre te bewonderen. Haar Grand noeud de corsage de l’impératrice Eugénie, in 1855 vervaardigd door François Kramer, bevatte 2.643 diamanten en een parure met druivenbladeren had een gordel met 4.500 briljanten.

De dan veertienjarige zoon en kroonprins Napoleon Eugène Lodewijk Bonaparte (1856-1879), die de bijnaam Loulou – in het Duits Lulu – had, was als kind zwak, ziekelijk en eenzaam. Zijn bezorgde moeder voedde hem streng op en zijn trotse vader deed er alles aan om te zorgen dat Loulou zich ontwikkelde als een echte kerel, waardig om de troon te zijner tijd over te nemen. De keizer liet in het telegram aan zijn echtgenote weten dat zoonlief bij de verovering van Saarbrücken zijn vuurdoop had gehad door voor de eerste maal een kanon af te schieten en dat hij in de strijd bewonderenswaardig koelbloedig was gebleven. ‘Er waren soldaten die weenden, omdat zij zagen dat hij zo kalm was’, aldus de trotse vader. Hij zou zich hebben bevonden in de eerste gevechtslinie van de divisie van generaal Frossard, die vanaf de linkeroever van Saarbrücken de stad kon bestoken. De toevoeging dat de geweer- en kanonkogels van de Pruisen voor de voeten van de keizer en Loulou neervielen, zal keizerin Eugénie niet echt gerustgesteld hebben. Napoleon III probeerde haar nog gerust te stellen door mee te delen dat de Fransen maar één officier en tien soldaten verloren, terwijl in werkelijkheid een veelvoud aan Franse slachtoffers te betreuren moet zijn geweest.

Snieders vertelde vervolgens in zijn verslag van de gevechten in Saarbrücken: ‘Volgens den Moniteur officiel zond de kleine prins den opgeraapten kogel, waarvan zijn vader met een gevoel van trotschheid gewaagde, aan zijnen speelmakker, den zoon van baron Lambert. Het kind voegde er eene teekening met de pen bij, welke verschillende punten van het slagveld voorstelde. Onder dit werk eener kinderhand, had de knaap geschreven: à mon ami Tristan Lambert, le premier jour où j’ai vu le feu; (aan mijn vriend Tristan Lambert, den eersten dag dat ik het vuur heb gezien)’.

Omdat Napoleon III zo dom was geweest zijn triomfantelijke bericht aan zijn echtgenote Eugénie in de openbaarheid te sturen, kon de Pruisische tegenstander daar handig misbruik van maken. Dat had Eugénie goed aangevoeld. Al op 7 augustus 1870 gaf het satirische blad Kladderadatsch een karikurale tekening van de definitief laatste voorstelling van het Circus Napoleon, waarbij vader en zoon achterwaarts op een velocipede een ‘Rheinfall’ oversteken. Het zoontje zegt dat alles onder hem gevaarlijk beweegt, maar vader Napoleon zegt dat aan de overkant alles er weer vredig uitziet. Het bijgeleverde gedicht stak de draak met de eerste les in oorlogsvoering die de kroonprins juist had gehad.

Lulustein 1871 Prins Louis Bonaparte eerste kanonschotDer erste Unterricht

Saarbrücken fiel. Triumph! Victoire!
ER und SEIN Söhnchen war dabei!
Das erste Blatt der neuen Gloire,
Es ist gepflückt mit Jubelschrei.
Wie herrlich meine Kugeln zünden!
Wie fest mein Heer bewährt sich hat!
Ich spie aus dreiundzwanzig Schlünden
Den Tod auf eine – offne Stadt!

O schöne That! – Wie hoch die Flammen
Auflohten von den Dächern rings!
Wie schossen wir das Nest zusammen!
Wie raucht es lustig rechts und links!
Horch, Söhnchen, wie im jähen Falle
Gemäuer und Gebälke kracht!
Den Pechkranz auf die Tempelhalle!
Lulustein Saarbruecken 1919 postkaartJa, ja, mein Sohn, so wird’s gemacht!

Dort liegen mit gelähmter Zunge
Die Feinde röchelnd, Leib an Leib;
Und dort – na, freu’ dich doch, mein Junge! –
Geschichtet liegen Kind und Weib.
Dort hinkt, von Jahren schwer beladen,
Ein Greis – versuch’s und drücke los!
Ein bißchen Uebung kann nicht schaden –
So recht! Du triffst schon ganz famos!

Am Fenster – nimm dir gut Distance –
Schau dort, ein junges Weibsgesicht!
Zu gutem Schuß ist’s günst’ge Chance –
Leg an, mein Söhnchen, zittre nicht!
Du stehst geschützt ja. Immer dreister,
Lulu en Napoleon 3Eh’ dir der Zielpunkt ist entflohn!
Du zauderst? – Uebung macht den Meister –
Sie purzelt! – Bravo, lieber Sohn!

Dort wankt – du würdest leicht ihn fehlen –
Ein todeswunder Mann einher.
Wie muß der arme Held sich quälen!
Gib, Junge, mir das Chassepot her,
Daß ich den Gnadenstoß versetze
Dem Kerl – er thut mir leid, der Mann. –
Da schnappt er wie der Fisch im Netze!
Gott nehm’ sich seiner Seele an!

So wird’s gemacht, mein liebes Söhnchen!
Beherz’ge, was ich dich gelehrt.
Erschießen mußt du dir dein Krönchen
Schon jetzt – zeig’ dich des Vaters werth!
Saarbrücken fiel – Triumph! Victoire!
Paris erbebt von Jubelschrei,
Und ruft so Mir als dir zur Gloire:
Auch ER und Lulu war dabei!

In het centrum van de Alt-Stadt Saarbrücken bevind zich de zogenaamde Lulustein, die in het verleden ook wel de Napoleonstein werd genoemd, in een straat met de toepasselijke naam Lulustein, vlakbij de sporthal van de Altsaarbrücker Turn- und Sportverein (ATSV) en het terrein van rugbyvereniging Stade Sarrois Rugby Saarbrücken (SSRS). De Lulustein markeert het verste punt van de Franse opmars op 2 augustus 1870 en ook het punt op het toenmalige wandelgebied van waaraf de veertienjarige Napoléon Eugène Louis Bonaparte op die dag volgens de overlevering het kanon zou hebben afgeschoten. De Franse troepen van generaal Frossard hadden de strategische hoogte in de Alt-Stadt bezet en beschoten van hier het station in St. Johann, de toen nieuwe brug (de huidige Luisenbrücke naar het huidige stadscentrum) en de daar gelegen Pruisische troepen. De Fransen zouden Alt-Saarbrücken bezetten, maar ze slaagden er niet in de Saar over te steken. Twee dagen later moesten de Fransen met hun terugtocht beginnen.

H.H. Baumann uit Bremen, een veteraan uit de Befreiungskriege in 1813-1815 om de Franse overheersing van Europa door Napoleon ongedaan te maken, kwam bij een bezoek aan Saarbrücken toen de Fransen weer net waren verdreven op het idee hier een monument te plaatsen. Op de oorspronkelijke steen stond de tekst: ‘Lulu’s erstes Debut 2ten August 1870, err. v. H. H. Baumann, Vet. v. 1814–1815’. Een steen waarmee Baumann zichzelf dus net zo veel eerde als Loulou. De oorspronkelijke steen werd geplaatst in een prieeltje (‘eine Gatenlaube’) dat een geweldig uitzicht gaf het vrije zicht dat men indertijd vanaf de heuvel had over de Saar en de nieuwbouw in de stad. Dat is goed te zien op de tekening die in 1871 verscheen in het geïllustreerde familieblad Die Gartenlaube, een van de eerste Duitse tijdschriften die in enorme oplages werd verkocht; in 1871 omstreeks 300.000 exemplaren. Het blad was tot omstreeks de Duitse eenwording erg gericht op ontspanning en het geven van moralistische adviezen, was liberaal en voor de joodse emancipatie en voorstander van het Pruisische streven naar nationale eenheid. Op de tekening ziet men links op de achtergrond Malstatt, tot 1874 een zelfstandige gemeente en nu een van de dichtstbevolkte wijken van Saarbrücken, in het midden het spoorwegstation van St. Johann dat in 1909 in Saarbrücken opging en aan de rechterkant Alt-Saarbrücken. Het terrein is al sinds lang helemaal volgebouwd, de Lulustein staat nu wat verloren tussen de vele gebouwen.

De Lulustein op het wandelgebied met zijn mooie uitzicht werd voor toeristen al snel een geliefd punt, zeker voor degenen die in militaire geschiedenis waren geïnteresseerd want iets verderop ligt het dorp Spicheren, waar op 6 augustus het Pruisische leger een overwinning behaalde en de teugtocht van de Fransen begon. In Die Gartenlaube verscheen al in 1871 het bericht dat verschillende ‘toeristen’ een stuk van de steen hadden geslagen om als souvenir mee naar huis te nemen. Door het snel toenemende toerisme en de nog snellere stijging van hun vandalistisch gedrag was de steen al in juni 1873 zover vernield dat nog slechts een nauwelijks herkenbaar stukje steen uit de bodem te zien was. Er werd besloten de oorspronkelijke steen van H.H. Baumann te vervangen door een statig monument met een hoogte van ongeveer een meter hoog en een meter breed. De Illustrirten Zeitung, nog zo’n vroege massa-uitgave, meldde hierover in nr. 1565 van 28 juni 1873: ‘Daß Sie bei Ihrem Besuch in Saarbrücken im verflossenen Monat den ‚Lulustein‘ vergeblich gesucht, nimmt uns nicht wunder, da derselbe durch den Zerstörungseifer Reliquien sammelnder Touristen fast gänzlich demolirt worden war. Die Stammgäste des saarbrückener Bierlocals ‚Zur blauen Hand‘ haben vor wenigen Tagen an der gleichen Stelle einen 3 Fuß hohen Steinblock errichtet, welcher auf der einen Seite eine eiserne Tafel mit der Inschrift ‚Lulu’s erstes Debut. 2. August 1870‘ trägt. Auf der andern Seite ist das Datum in Lapidarschrift wiederholt, während die West- und Ostseite des Steins mit symbolischen Figuren versehen ist; auf ersterer macht ein in Stein gehauener Hase Männchen, auf letzterer hebt sich eine gewaltige blaue Hand (als Hinweis auf die Stifter) von der Steinfläche ab.‘

Lulustein Saarbruecken 2011Ook de tweede steen was echter geen lang leven beschoren. Een jaar later al was ze zwaar beschadigd. De steen werd toen al steeds meer gezien als het grote symbool van de Duitse zege op Frankrijk en op die manier ook door Duitse politici gebruikt. Zo maakte Adalbert Falk, de Pruisische minister van Cultuur, in de zomer van 1875 van zijn bezoek aan het Rijnland gebruik door voor twee uurtjes even de Lulustein in Saarbrücken te bezoeken ‘um die historische Stätte zu betreten, auf welcher ‚Lulu‘ seinen weltberühmten Kanonenschuß in eine wehrlose Stadt abfeuerte’. Het sarcasme druipt ervan af. In 1876 werd in het tijdschrift Die Grenzboten meegedeeld dat het zelfs nu zover was gekomen dat zelfs de bomen in de directe omgeving van de Lulustein door fanatieke souvenirjagers zodanig werden kaalgeplukt dat ze tot op manshoogte helemaal kaal waren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in 1914 werd geschreven dat de steen meerdere malen vernieuwd was. Oorspronkelijk stond op Baumanns steen de inscriptie naar Frankrijk gericht, later werd de nieuwe steen een paar meter verplaatst en 180 graden gedraaid, zodat de tekst vanaf de straat te lezen was. Nog in 1919 werden postkaarten van de toeristische attractie Lulustein verstuurd. Ook na de kersverse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog bleef het monumentje blijkbaar nationalistische gevoelens oproepen. Op de huidige steen dateert uit 2011 en is slechts een armzalige steen met het opschrift ‘Lulustein 2ten August 1870 V.V.’.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: