ARTHUR LUCIEN CHARROIN (48)

Arthur Lucien Charroin ( Saint Martin-de-Valgargues, 16 juni 1906 – Bergen-Belsen, februari 1945) was een inspecteur van de Sûreté nationale, het Franse onderzoeksinstituut dat al in de negentiende eeuw werd opgericht en als voorbeeld diende voor de opzet van bijvoorbeeld Scotland Yard. Zijn geboortedorp Saint-Martin-de-Valgalgues ligt in het Zuid-Franse arrondissement Alès van het departement Gard. Dat is dus in de Vrije Zone ofwel Vichy-Frankrijk dat onder leiding stond van de oude held uit de Eerste Wereldoorlog, maarschalk Pétain. Dit bewind collaboreerde met de nazi’s. Charroin was binnen de Sûreté nationale gedetacheerd bij de douanepost St. Julien-en-Genevois, gelegen aan een spoorwegverbinding van vlak aan de grens bij Genève. Inspecteur Charroin was op verschillende manieren betrokken bij het verzet, maar zijn voornaamste activiteit daarbij was voor de groep Dutch-Paris, het ondergrondse netwerk van het Nederlands, Belgisch en Frans verzet. Dat netwerk had als doel mensen te redden en documenten over de grens te smokkelen. Het was een van de belangrijkste en meest succesvolle ondergrondse netwerken om vervolgden vanwege geloof en ras, geallieerde piloten, en personen van groot Nederlands belang te helpen ontsnappen via Zwitserland en Spanje gedurende de Tweede Wereldoorlog. De ontsnappingsroute heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het Frans verzet, en is verantwoordelijk voor de redding van meer dan 1.080 mensen, waaronder 800 Nederlandse Joden en meer dan 112 neergehaalde geallieerde piloten. Zo’n 300 mensen maakten deel uit van dit ondergrondse netwerk, daarvan werden er ongeveer 150 gearresteerd. Veertig leden werden gedood of stierven aan de gevolgen van gevangenschap. Door zijn functie bij de Franse douanepost was hij de ideale contactpersoon op de zogenaamde Zwitserse Weg. De reis naar Zwitserland liep van Nederland naar Brussel, Parijs en Lyon naar Annecy om daarna over de Alpen de Zwitserse grens over te steken. Charroin maakte het mogelijk dat Jean Weidner, de grote organisator achter Dutch-Paris, met regelmaat van en naar Zwitserland kon reizen. Hij werkte verder samen met met P.C. Naeff, de Nederlandse vice-consul in Lyon en voorheen de directeur van het Casan (Centres d’Assistance Social aux Réfugiés Néerlandais) in Perpignan. Die beide plaatsen waren vooral belangrijk voor de Pyreneeën-route van Dutch-Paris.

Op 9 februari 1944 werd bij toeval een jonge vrouwelijke koerier opgepakt door Franse politie-inspecteurs van de Brigade d’lnterpellation en uitgeleverd aan de Gestapo. Tegen alle regels in droeg ze een kladblok bij zich met namen en adressen van leden van Dutch-Paris. Ze werd op brute wijze ondervraagd, waarbij een bewaker haar hoofd onder koud water hield totdat ze bijna verdronk. Onder marteling onthulde ze vele namen van belangrijke leden van het ondergronds netwerk. Als gevolg daarvan werden zeker 150 leden van Dutch-Paris gearresteerd. Arthur Charroin werd op 10 februari 1944 in zijn standplaats St. Julien-en-Genevois opgepakt en opgesloten in Fort-Monluc in Lyon. Op 21 februari 1944 werd hij overgebracht naar de gevreesde gevangenis van Fresnes (Val-de-Marne),waar het merendeel van de opgepakte verzetsleden naartoe werden gebracht. Van daaruit werden ze naar verschillende concentratiekampen getransporteerd. Op 2 juli 1944 werd Charroin eerst overgebracht naar het kamp Compiégne bij Parijs. Op dat moment naderden de geallieerden Parijs al, waarna de groep gevangenen waarvan Charroin deel uitmaakte werd overgebracht naar het concentratiekamp Neuengamme. Op een later tijdstip is hij doorgestuurd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen, waar hij eind februari 1945 om het leven is gekomen. Een exacte datum is niet bekend. Ook Charroins echtgenote was betrokken bij het verzetswerk binnen Dutch-Paris. Hun huis as een veel bezocht trefpunt van de verzetsmensen. ook zij werd op 10 februari 1944 gearresteerd, maar niet naar een van de Duitse kampen vervoerd. Ze overleefde de oorlog. Van de de gearresteerde 150 man overleefden slechts veertig de oorlog; het netwerk kon slechts op zeer bescheiden schaal tot het eind van de oorlog haar activiteiten voortzetten. Bij Koninklijk besluit van 20 mei 1950 werd aan Arthur Lucien Charroin het Verzetskruis 1940-1945 verleend. Hij is daarmee een van de zes Fransen die deze onderscheiding kregen. Naast Charroin en de vijf anderen (Vital Dreyfus, Nicolas Dupont, Etienne Albert Giran, Olivier Giran en Marie-Louise Meunier) zou ook Jan Doornik aan dat lijstje kunnen worden toegevoegd, want die had weliswaar de Nederlandse nationaliteit, maar was in Parijs geboren en getogen en diende in de strijdkrachten van het Vrije Franse Leger.

Er zijn van Charroin vandaag de dag slechts wat snippers informatie te vinden, nergens een foto, nergens een gedenkteken. Ten compensatie de documentaire die Dick Verkijk en cameraman Jaap Buis in 1967 maakte over het werk van de verzetslijn Dutch-Paris.
.

.

Dit item was geplaatst door Muis.