ARTHUR NEBE – HET MASKER VAN DE MASSAMOORDENAAR

In 2016 verscheen het eerste deel van een drieluik, waarin Kevin Prenger drie SS’ers beschrijft die een dubbelrol zouden hebben gespeeld, namelijk enerzijds volop actief in de nazi-machinerie en de massamoord op Joden, socialisten, homoseksuelen, zigeuners, Jehova Getuigen en gehandicapten en anderzijds ook met betrokkenheid in het Duitse verzet. In deel 1 werd Kurt Gerstein besproken, een SS-Oberstürmführer die probeerde zand in de moordmachine te gooien door informatie aan buitenlanders te verstrekken over de geheime en gewelddadige operaties in Oost-Europa, maar tegelijkertijd wel in de positie zat dat hij betrokken was bij het euthanasie-programma, bij Aktion Reinhard en Zyklon-B aan de concentratieprogramma leverde. In het tweede deel kwam Konrad Morgen aan bod, een SS’er die binnen de juridische sector van die organisatie actief was. Na de oorlog beriep die zich op verzetsactiviteiten, omdat hij talrijke SS’ers voor ernstige vergrijpen voor de rechtbank had gebracht. Het creëerde een wat schizofrene situatie: binnen in de oorlog bracht hij bijvoorbeeld hooggeplaatste SS’er die in Auschwitz of soortgelijke kampen werkzaam waren voor de rechtbank onder beschuldiging van moord. Daar lag dan overigens geen moreel bezwaar aan ten grondslag, maar Morgen toonde zich een bijzonder steile jurist: het verderfelijke lag hem niet in de moord op de Joden en andere slachtoffers, maar in het feit dat alles niet via de correcte procedures was uitgevoerd. In beide gevallen lijkt het er erg op dat men vooral heel sluw een ontsnappingsroute voor zichzelf heeft willen creëren toen men eenmaal inzag dat de oorlog verloren was. Spijt, berouw en pogingen het verhaal naar buiten te brengen zijn natuurlijk sterke verzachtende omstandigheden, maar maakt de schuld niet ongedaan en maakt er zeker geen voorbeeld of held van.

Dat geldt nog meer voor de Kriminalpolizeichef Arthur Nebe, die in het derde deel wordt besproken. De titel spreekt dan ook al boekdelen. De auteur laat al direct weten dat het eindoordeel over Nebe nooit anders kan luiden dat hij gezien moet worden als een oorlogsmisdadiger. Nog in 1964 werd Nebe vanwege zijn betrokkenheid bij de couppoging op 20 juli 1944, waarvan Von Stauffenberg de bekendste naam is gebleven, als een verzetsheld gepresenteerd. Iemand die per ongeluk verstrikt was geraakt in de afschuwelijke misdaden van het naziregime. Prenger geeft aan dat volkomen ten onrechte Nebe werd gepresenteerd als ‘een goede Duitser’ en dat hij over een groot aantal jaren zodanig actief was in de planning en uitvoering van de misdaden van het Derde Rijk, dat hij, zelfs als hij een meer glansrijke rol zou hebben gespeeld dan de wat halfslachtige betrokkenheid, hij nog niet in aanmerking zou komen voor de erkenning die Von Stauffenberg en andere coupplegers wel ten deel is gevallen. ‘Terecht ten deel is gevallen’, volgens de auteur, maar bij dat ‘terecht’ kunnen de nodige vraagtekens worden gezet. Algemeen wordt Von Stauffenberg en anderen weliswaar veel lof toegezwaaid, maar er wordt dan nogal makkelijk aan voorbijgegaan dat de hele club toch bijna in zijn geheel bestond uit personen uit de conservatieve hoek, vaak uit adellijke geslachten, die vanaf begin dertiger jaren als fanatieke nazi’s Hitler hadden gesteund en die pas aan hun coup begonnen omdat men het oneens was geworden met de besluiten van hun voormalige halfgod. Men verweet hem dat hij ervoor verantwoordelijk was dat de oorlog als verloren moest worden beschouwd. De Führer diende voor hen het veld te ruimen, en daar gingen zij hem dus een handje bij helpen, om te kijken of de oorlog alsnog een andere wending kon krijgen met hen aan het roer. Zo niet dan die oorlog snel beëindigen om grote rampspoed voor de Duitse bevolking te voorkomen. Er is nergens enige afkeer van de nationaalsocialistische ideologie of moreel bezwaar tegen de massamoord die zich op dat moment al over de Joodse bevolking heeft voltrokken. Integendeel, hun verzet ging hand-in-hand met antisemitisme en hun afkeer van Adolf Hitler had niet tot gevolg dat het nazisme werd afgewezen. Dus hoezo ‘verzetshelden’?

Geheel rechts Arthur Nebe, naast hem Reinhard Heydrich

Dat gold voor de volle 100% voor Arthur Nebe. Nebe (Berlijn, 13 november 1894 – Berlijn, 3 maart 1945) was ten tijde van het Derde Rijk chef van de Kriminalpolizei en SS-generaal. In 1941 voerde hij het bevel over Einsatzgruppe B aan het Oostfront. Vanwege zijn betrokkenheid bij het complot van 20 juli 1944 werd hij voor het einde van de oorlog geëxecuteerd op beschuldiging van landverraad.

Na in 1914 zijn gymnasiumdiploma gehaald te hebben, meldde Nebe zich als vrijwilliger in het keizerlijke leger. Van februari 1915 diende hij aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op 20 februari 1915 werd hij bevorderd tot luitenant. Twee keer raakte hij gewond door strijdgas. Hij werd onderscheiden met het IJzeren Kruis eerste en tweede klasse. Na de oorlog werd hij in 1920 eervol ontslagen uit het leger. Hij sloot zich aan bij een Freikorps en werd in 1920 in dienst genomen van de Kriminalpolizei in Berlijn. Na enkele jaren diende hij hier achtereenvolgens als chef van de narcotica-afdeling en diefstalafdeling. Ondanks het verbod voor ambtenaren om zich aan te sluiten bij de nazi’s werd hij op 1 juli 1931 lid van de NSDAP en op 5 november 1931 van de Sturmabteilung. Binnen de Kriminalpolizei was hij aangesloten bij een vakbeweging die toewerkte naar een nationaal-socialistische machtsovername. Nadat Hitler op 30 januari 1933 benoemd werd tot kanselier, werd Nebe overgeplaatst naar de Gestapo, waar hij benoemd werd tot leider van de afdeling die verantwoordelijk was voor onderzoek naar politieke bewegingen, waaronder het communisme, het anarchisme en de sociaaldemocratische partij. Per 1 januari 1935 kreeg Nebe in Berlijn de leiding over het Pruisische Landeskriminalamt, de centrale recherchedienst van Pruisen. In augustus 1936 werd hij benoemd tot chef van het Amt Kriminalpolizei, de afdeling binnen Reinhard Heydrichs Sicherheitshauptamt die verantwoordelijk was voor de recherche, de toekomstige afdeling V van Reichssicherheitshsauptamt (RSHA). Op 2 december 1936 trad hij in dienst van de SS. In juli 1937 werd het Pruisische Landeskriminalamt getransformeerd tot een staatsorganisatie; de organisatie stond voortaan bekend als het Reichskriminalpolizeiamt en kreeg de organisatorische leiding over de recherchediensten van alle deelstaten. Nebe mocht zich vanaf dat jaar als chef van de Duitse recherche Reichskriminaldirektor noemen.

Onder aanvoering van Nebe werd de Kripo uitgebreid en geprofessionaliseerd. De Kriminalpolizei was niet langer een conventionele recherchedienst, maar net als de Gestapo een ideologisch geschoeide organisatie, die genesteld was binnen het nazi-terreurapparaat. Niet alleen mensen die eens veroordeeld waren voor een misdaad, maar ook bijvoorbeeld daklozen, zigeuners, alcoholisten en homoseksuelen werden preventief opgepakt vanwege hun veronderstelde aanleg voor criminaliteit zouden hebben. Zonder dat er een rechter aan te pas kwam, zaten ze vaak jarenlang gevangen in een concentratiekamp, waar velen van hen stierven.

De Duitse inval in Polen in september 1939 werd gerechtvaardigd door gefingeerde ‘Poolse’ aanvallen op Duitse grensdoelen om de wereld te overtuigen van de Poolse agressie. Een door Arthur Nebe en Gestapo-leider Heinrich Müller geleidde onderzoekscommissie legde het verloop van de aanvallen vast. Ook leidde Nebe een onderzoek naar de massamoord van Bydgoszcz (Bromberg in het Duits), waar Poolse soldaten en burgers een bloedbad hadden aangericht onder de etnisch-Duitse bevolking. In de herfst van 1939 was Nebe zelf gedurende drie weken actief in de Poolse hoofdstad, als commandant van Einsatzgruppe IV en Befehlhaber der Sipo und des SD in Warschau. In het najaar van 1939 hield hij zich ook bezig met de voorgenomen verwijdering van de circa 30.000 zigeuners die in Duitsland verbleven en die door de nazi’s als raciaal inferieur en “asociaal” beschouwd werden. In totaal werden met medewerking van de Kriminalpolizei naar schatting 15.000 zigeuners uit Duitsland vermoord door de nazi’s, vooral in de vernietigingskampen.

Op 8 november 1939 werd in de Bürgerbraukeller in München een mislukte aanslag gepleegd op Hitler. Nebe leidde in München het rechercheonderzoek op de plaats delict, terwijl de Gestapo zich bezighield met het opsporen van de dader of daders. De dader, 36-jarige Georg Elser, werd diezelfde dag nog gearresteerd.

Op 22 juni 1941 viel Duitsland de Sovjet-Unie binnen. In de achterhoede van de troepen van de Wehrmacht volgden vier Einsatzgruppen (A t/m D) van de SS. Arthur Nebe was de eerste commandant van Einsatzgruppe B. Zijn eenheid opereerde in Wit-Rusland en de regio Smolensk en was ondergeschikt aan Heeresgruppe Mitte. Op 14 november 1941 werd aan Berlijn gerapporteerd dat op dat moment het totale aantal geregistreerde liquidaties door Einsatzgruppe B 45.467 bedroeg. Op 14 augustus 1941 bracht SS-leider Heinrich Himmler een werkbezoek aan Minsk. De volgende dag was de SS-leider in een bos ten noorden van Minsk aanwezig bij een executie die op zijn verzoek door Nebes manschappen uitgevoerd werd. De slachtoffers waren vermeende partizanen en Joden, waaronder ook twee vrouwen. Getuigen verklaarden na de oorlog dat Himmler tijdens de liquidatie in paniek raakte toen de vrouwen bij de eerste schoten niet gedood waren. Nu hij zelf getuige was geweest van een moordpartij was hij bezorgd over de gevolgen die deze executies hadden op zijn manschappen. Daarom beval hij Nebe te zoeken naar een moordmethode die voor de psyche van de uitvoerders minder belastend was. Samen met dr. Albert Widmann, een chemicus van het Kriminal-technische Institut, voerde Nebe in september 1941 experimenten uit met verschillende moordmetho-den. Als proefpersonen werden psychiatrische patiënten gebruikt. Een proef met vergassing met uitlaatgassen bleek succesvoller dan een proef met explosieven.

Een bespreking met vlnr Müller, Nebe, Himmler, Heydrich en Huber

De laatste grote politiezaak waarbij Nebe betrokken was, vond plaats in het voorjaar van 1944 en is bekend komen te staan als “de grote ontsnapping”. In de nacht van 24 op 25 maart 1944 slaagden 76 door de Duitsers krijgsgevangen genomen RAF-officieren erin te ontsnappen uit het krijgsgevangenenkamp Stalag Luft III in Neder-Silezië. Op voorstel van Himmler werd Nebe belast met het selecteren van de mannen die geëxecuteerd moesten worden. Nadat Nebe hun namen had doorgegeven aan de Gestapo werden van 6 april tot 18 april vijftig van de gearresteerde krijgsgevangenen ‘op de vlucht neergeschoten’.

Door vrienden van Nebe werd na de oorlog geclaimd dat hij al sinds eind jaren 30 betrokken was bij het conservatieve en militaire verzet tegen Hitler. Nebes verzetsactiviteiten gedurende de periode tussen zijn terugkeer uit de Sovjet-Unie en de weken voor de aanslag door Claus von Stauffenberg op 20 juli 1944 zouden hebben bestaan uit het doorgeven van informatie aan het verzet. Bij de staatsgreep van 20 juli 1944 was een actieve rol voor hem bedacht. Nadat Hitler omgekomen zou zijn bij de bomaanslag was het de bedoeling dat Nebe met een groepje van circa vijftien betrouwbare medewerkers hoge functionarissen van de partij en de SS zou arresteren. Op de dag zelf bleef Nebe echter inactief. Op 24 juli 1944 vluchtte Nebe en begon aan een onderduikperiode die duurde tot 16 januari 1945, toen Nebe op zijn onderduikadres werd ingerekend en overgebracht naar Berlijn. Op 2 maart 1945 vond zijn proces in het Volksgerichtshof in Berlijn plaats. De rechtbank achtte het bewezen dat Nebe op de hoogte was geweest van de plannen voor een staatsgreep en dat hij wist dat een aanslag op Hitler onderdeel uitmaakte van de coup. Hij werd bestraft met de doodstraf door verhanging. Vermoedelijk werd zijn terechtstelling op 3 maart 1945 in de Plötzensee-gevangenis voltrokken.

Dit item was geplaatst door Muis.

4 thoughts on “ARTHUR NEBE – HET MASKER VAN DE MASSAMOORDENAAR

  1. Pingback: KERSTMIS ONDER VUUR | MUIZENEST

  2. Pingback: KOLBERG | MUIZENEST

  3. Pingback: MEER DAN ALLEEN AUSCHWITZ | MUIZENEST

  4. Pingback: IN DE SCHADUW VAN SCHINDLER | MUIZENEST

Plaats een reactie