KAMP BÖRGERMOOR

Kamp Börgermoor was het eerste van de vijftien Emslandkampen, het lag ongeveer 10 kilometer ten zuidoosten van Papenburg. Kamp Börgermoor werd in 1933 gebouwd als gevangenkamp voor tegenstanders van het nationaalsocialisme. Als eerste gevangenen werden vakmensen geselecteerd, negentig gevangen handwerkslieden uit de gevangenis van Düsseldorf. Zij werden verplicht hun eigen kamp te bouwen. De gevangenen bouwden tevens het kamp Esterwegen en werden ingezet bij de ontginning van het veengebied. De gevangenen moesten langdurig zware arbeid verrichten. Zij kregen geen machines tot hun beschikking, hadden gebrekkige en onvolledige kleding, slechte voeding en werden regelmatig mishandeld. Soms werden ze aangevallen door opgehitste honden. Daarbij vielen doden. De “nacht van de lange latten” was een drama. Iemand had het rookverbod overtreden, waarop alle gevangenen van de barak van de overtreder midden in de nacht uit die barak werden gejaagd, buiten spitsroeden moesten lopen en daarbij werden geslagen met lange latten waarin spijkers zaten. De gevangenen werden slecht verzorgd en dag in dag in het veen te werk gesteld waar zij onmogelijk hard en zonder gebruikmaking van machines moesten zwoegen ter vervulling van een of ander utopisch tienjarenplan. Ze hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de opbouw van een infrastructuur in het in die tijd nog vrij ontoegankelijke Emsland. Tot meerdere eer en glorie van de plaatselijke autoriteiten werden er drainage, kanalen en wegen aangelegd. Wat door de nationaalsocialisten als een soort werkstraf tot nut van het algemeen werd afgeschilderd, betekende voor vele gevangenen niets anders dan “vernietiging door arbeid”.

Het terrein was ongeveer 4 hectare groot en telde tien barakken voor elk honderd gevangenen. De bewaking was vanaf juli 1933 in handen van SS-Sturmbannführer Wilhelm Fleitmann (31.03.1891-14.11.1944). De historicus Hans-Peter Klausch schreef een boek over de eerste commandanten van de Emslandkampen (‘Tätergeschichten‘, waarin hij beschrijft dat de SS’ers die in de kampen werkte ongelofelijke rabauwen waren. Over Fleitmann schreef hij: ‘Ein brutaler Mensch, der rücksichtslos und ohne jeglichen Grund auf uns wehrlose Häftlinge einschlug“ – so lautete das Urteil eines ehemaligen Insassen über SS-Sturmhauptführer Wilhelm Fleitmann, den kurzzeitigen Kommandanten des Konzentrationslagers Börgermoor.’ Fleitmann was al vroeg ingetreden in de NSDAP (lidnummer 166.930) zou in 1944 in Russische gevangenschap overlijden.

Pieter Albers beschrijft in zijn boek Gevangen in het veen. De geschiedenis van de Emslandkampen de erbarmelijke omstandigheden voor de bewoners van Kamp Börgermoor: lange dagen, zwaar werk, weinig rust, schreeuwende bewakers, blaffende en bijtende honden, nachtelijke strafappels, weinig eten. Hij doet dat aan de hand van onder meer het boek Die Moorsolataen van Wolfgang Langhoff, dat in 1935 als exilliteratuur zou verschijnen en het levensverhaal van de Joodse gevangene Jacob de Jonge (Weener, 1874 – Leeuwarden, 1947, dat in het boek van Langhoff ook wordt besproken. Een derde persoon die uitvoerig aan de orde komt is Johann Peter Kern, een gewone SS’er die echter als hoofd van de arrestantenbarak functioneerde en een waar schrikbewind uitoefende. Hij werd algemeen gezien als de ergste van het hele stel bewakers, als de kampbeul van Börgermoor. Hij liep door het kamp met een Zachel (eigenlijk een lang mes), een dikke knuppel die hij zelf uit het veen had gegraven . het voorwerp had scherpe punten op de plaatsen waar de takken waren weggesneden. Op 21 juni 1949 zal Kern zich in de gevangenis van Oldenburg van het leven beroven, een dag voordat hij de uitsprak te horen krijgt in de strafzaak tegen hem vanwege zijn oorlogsmisdaden in Börgermoor.

Johann Peter Kern

De willekeurige terreur tegen de gevangenen, plus de toenemende inbreuk op het dagelijkse leven van de plaatselijke bevolking deed Hermann Göring begin november 1933 besluiten de SS-bewakers te ontslaan en te vervangen door de politiemensen die al als hulpagenten aangesteld waren. In 1934 ging het kamp over naar justitie.In het voorjaar van 1934 kwamen in het kamp duizend man aan die eerder tot langdurige gevangenis- en tuchthuisstraffen waren veroordeeld. Ze werden in het kader van hun ‘heropvoeding’ voor minstens elf uur per etmaal aan het werk gezet in het veen. In 1937 werden nog vijf barakken bijgebouwd, waardoor de totale bezetting kon worden verhoogd naar 1.500 gevangenen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in kamp veroordeelde soldaten van de Wehrmacht gevangen gehouden; later werden ook Franse, Belgische en Nederlandse verzetsstrijders in het kamp opgesloten. Aan het eind van de oorlog was in kamp Börgermoor een onderzoeksgevangenis van de Wehrmacht gevestigd. Na de bevrijding is het kamp nog tijdelijk in gebruik geweest, om vluchtelingen op te vangen. Daartoe werd Börgermoor overgenomen door justitie. In de zestiger jaren van de vorige eeuw zijn de barakken afgebroken. Van het kamp rest enkel nog een dichtgemetselde schuilkelder voor de voormalige bewakers, enkele verhogingen in het landschap en hier en daar wat restanten puin. Een herdenkingsplaat met de tekst ‘Nie wieder Faschismus’ en een steen met het 1e couplet van het lied ‘Die Moorsoldaten’ herinneren nog aan de kamp tijd.

Dit item was geplaatst door Muis.

6 thoughts on “KAMP BÖRGERMOOR

  1. Pingback: DIE MOORSOLDATEN | MUIZENEST

  2. Pingback: WOLFGANG LANGHOFF – DE VEENSOLDATEN (1935) | MUIZENEST

  3. Pingback: DE ZWARTE HAND | MUIZENEST

  4. Pingback: SIEGMUND SREDZKI | MUIZENEST

  5. Pingback: ANDRIES KALTER (77) | MUIZENEST

  6. Pingback: RUTH DE JONGE EN DONSJE KATER | MUIZENEST

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: